Meer diversiteit op verschillende niveaus en zeggenschap voor studenten binnen hogeronderwijsinstellingen zal een goede uitwerking hebben op de Europese Hogeronderwijsruimte. Dit stelt het consortium van het project BWSE FORward in een rapport waarin het een aantal aanbevelingen doet om de implementatie van het Bolognaproces te bevorderen. Hierbij richten zij zich onder meer tot verschillende nationale autoriteiten, onderwijsinstellingen en studentengroeperingen.


‘Diversiteit en inclusiviteit de sleutel voor beter functioneren Bolognaproces’

Uitdagingen voor EHEA

Het consortium achter het project Bologna With Stakeholders Eyes For a Stronger Future of the Bologna Process (BWSE FORward) benadrukt in het rapport Bologna Process commitments: a way forward dat er nog vele uitdagingen zijn die de volledige verwezenlijking van het Bolognaproces in de weg staan. De projectgroep, bestaande uit onder meer de European University Association (EUA) en de European Students’ Union (ESU), doet daarom een aantal aanbevelingen die bestemd zijn voor nationale regeringen, hogeronderwijsinstellingen, studentenvertegenwoordigingen, organisaties voor kwaliteitszorg en ENIC-NARIC-centra. Aandacht voor diversiteit en inclusie loopt als een rode draad door het rapport heen.

Een grotere rol voor studenten

Zo zou de Europese Hogeronderwijsruimte (EHEA) gebaat zijn bij meer betrokkenheid van studenten. De studenten moeten bijvoorbeeld gemakkelijker kunnen deelnemen aan de kwaliteitsbeoordeling van het onderwijs. Daarnaast staat in het rapport dat er meer belang moet worden gehecht aan studentgericht onderwijs. Hogeronderwijsinstellingen dienen hun opleidingen of onderwijsactiviteiten beter af te stellen op de behoeften van studenten. De implementatie van een dergelijk billijk onderwijsbeleid is echter alleen mogelijk indien deze instellingen hierin voldoende ondersteuning krijgen, aldus het consortium van het BWSE FORward project.  

Digitalisering een pre, maar geen vervanging

Tevens stelt het consortium dat grootschalige implementatie van digitale instrumenten nodig is voor een inclusievere leeromgeving. Middels deze instrumenten kunnen studenten die niet over toereikende financiële middelen beschikken, dan wel minder mobiel zijn, alsnog colleges volgen. De projectgroep pleit weliswaar voor meer mobiliteit en bijhorende internationalisering in het hoger onderwijs, maar benadrukt ook dat virtuele mobiliteit onder geen beding de investeringen in fysieke mobiliteit mogen vervangen. Tot slot wil het consortium dat eerdere leerervaringen erkend worden om zo de mogelijkheden voor herinstromers te verbreden.

Context

Middels dit rapport geven de verscheidene onderwijsorganisaties binnen het BWSE FORward project nogmaals gehoor aan de behoefte van studenten voor meer inspraak. Het Bolognaproces zelf is in 1999 in gang gezet om meer samenhang te creëren tussen de instellingen voor hoger onderwijs binnen de Europese Hogeronderwijsruimte. Sinds de ministeriële conferentie van Rome in 2020 behoren inmiddels 49 Europese landen tot dit samenwerkingsverband. Tezamen hebben deze landen zich ten doel gesteld om de mobiliteit van studenten en personeel te vergemakkelijken en het hoger onderwijs zowel inclusiever als toegankelijker te maken.

 

Mede geschreven door Roderik van Meurs