16 november 2023
Commissie wil dat in 2030 25% ho-studenten en 15% mbo-studenten een buitenlandervaring opdoet
Joep Bresser
Beleidsmedewerker
Stel uw vraag
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
16 november 2023
Beleidsmedewerker
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
In 2030 doet 25 procent van de hoger onderwijsstudenten en vijftien procent van de beroepsonderwijsstudenten een buitenlandse onderwijservaring op. Dat stelt de Commissie in een voorstel voor een Raadsaanbeveling over leermobiliteit in de EU. In een breder Vaardigheden en Talent mobiliteitspakket wil zij verder ook werk maken van de erkenning van kwalificaties buiten de EU en een "talent-pool”, om werkzoekenden uit derde landen te koppelen aan Europese werkgevers. Het pakket 'Europe on the Move' linkt aan de doelstellingen van het Europese jaar van de vaardigheden.
In 2030 moet ten minste 25 procent van de hoger onderwijsstudenten en vijftien procent van de beroepsonderwijsstudenten een buitenlandse onderwijservaring opdoen. Dat stelt de Europese Commissie in een voorstel voor een Raadsaanbeveling 'Europe on the Move' in over het promoten van leermobiliteit. Dit voorstel is onderdeel van een breder Vaardigheden en Talent mobiliteitspakket dat de Commissie publiceert om mobiliteit van talent buiten en binnen de EU te vergroten. Het voorstel verzoekt lidstaten om leermobiliteit een integraal onderdeel van hun gehele onderwijs- en opleidingssysteem te maken. Om de gestelde doelen te behalen is er nog werk aan de winkel: de huidige doelpercentages van 20% voor het ho en 8% voor het mbo zijn nog niet gehaald. De Commissie streeft ernaar dat, naast de gestelde doelen voor mobiliteit in het hoger- en beroepsonderwijs, twintig procent van de totale leermobiliteit in 2030 op alle onderwijsniveaus wordt benut door kansarme studenten.
De erkenning van niet-Europese kwalificaties en vaardigheden moet gemakkelijker. Dat vindt de Commissie, blijkt uit een ander voorstel van het Vaardigheden en Talent mobiliteitspakket. De Commissie wil erkenningsbesluiten vooral versimpelen en versnellen. Via een aanbeveling geeft Brussel de lidstaten verschillende manieren om barrières weg te nemen met betrekking tot erkenning van kwalificaties en vaardigheden. Zo moet het voor niet-Europese werkzoekenden gemakkelijker worden om naar de Unie te migreren, en kunnen Europese werkgevers zo hun arbeidstekorten invullen.
Daarnaast wil de Commissie vaardigheden en talent vanuit de hele wereld aantrekken én behouden met behulp van een EU talent pool. Hier worden Europese werkgevers gekoppeld aan werkzoekenden uit niet-EU landen. Naast talentwerving geeft het platform informatie over migratie- en wervingsprocedures van lidstaten en is het voorzien van beveiligingsmaatregelen om eerlijke arbeidsomstandigheden te garanderen. Lidstaten zijn niet verplicht om zich bij deze talent pool aan te melden, aldus de Commissie.
Het oplossen van de arbeids- en vaardighedentekorten is een belangrijk thema van het Europees Jaar van de Vaardigheden. Daarom kondigde de Commissie in haar werkprogramma van 2023 dit Vaardigheden en Talent mobiliteitspakket aan. De initiatieven omtrent erkenning van niet-EU kwalificaties en de talent pool zijn een uitwerking van het Skills and Talent-pakket dat de Commissie in 2022 presenteerde. Het leermobiliteitskader is een van de acties uit de Mededeling over de Europese Onderwijsruimte. Uit het leermobiliteit scoreboard 2023 bleek dat Europese landen aandacht moeten geven op inclusie van leermobiliteit, informatievoorzieningen en erkenning. De lidstaten zullen nu in de Raad gaan onderhandelen over het voorstel van de Commissie en bepalen of zij het eens zijn met bijvoorbeeld de gestelde leermobiliteitsdoelstellingen.
Mede geschreven door Hannah Teule.