De kernprincipes van het European Credit System for Vocational Education & Training (ECVET) zouden verder moeten worden ontwikkeld in het toekomstige Europese en nationale mbo-beleid. Ondanks dat ECVET stopt als initiatief kunnen de doelen en het werk op het gebied van mobiliteit en leereenheden een prioriteit blijven binnen het Europese mbo-beleid en als inspiratie dienen voor toekomstige initiatieven als de micro-credentials. Dit stellen de auteurs van een nota opgesteld in opdracht van de Commissie.


ECVET ten einde: hoe nu verder?

Leven na ECVET

De belangrijkste principes achter het European Credit System for Vocational Education & Training (ECVET) zouden verder ontwikkeld moeten worden binnen andere EU-instrumenten en toekomstige initiatieven. Dit wordt gesteld in de nota ‘The European credit system for vocational education and trainingvan de Europese Commissie waarin zij terugblikt op de implementatie en ontwikkeling van ECVET. Hoewel ECVET langzaamaan uit het beleidsdiscours zal verdwijnen, kunnen ECVET-tools die mobiliteit in het mbo ondersteunen via leerovereenkomsten en memoranda van overeenstemming verder worden ontwikkeld binnen andere EU-instrumenten, bijvoorbeeld binnen Erasmus+. Ook kan het gebruik van leereenheden zoals in ECVET helpen bij het flexibel updaten van (delen van) kwalificaties, om zo de steeds sneller veranderende vaardighedenbehoeftes te adresseren.                                                                                                     

Doorgaan met gebruik leereenheden

Een van de belangrijkste kernprincipes, namelijk het gebruik en erkennen van eenheden gebaseerd op leeruitkomsten, zal volgens de nota dan ook moeten worden behouden.  In lijn met de doelen van de Europese Onderwijsruimte en de Raadsaanbeveling modernisering Europees mbo-beleid kan die bovendien verder worden ontwikkeld. Het gebruik van leereenheden is namelijk relevant voor de ontwikkeling van micro-credentials in het mbo. Daarnaast kan het nuttig zijn voor het ontwikkelen van Europese kernprofielen voor het mbo, met als doel het bepalen van een bepaald aandeel van een gemeenschappelijke opleidingsinhoud op Europees niveau. Er zijn volgens de auteurs van de nota al genoeg voorbeelden voorhanden van Europese projecten die met behulp van ECVET-tools  kwalificaties vergelijken, inhoudelijke overeenkomsten identificeren en leereenheden ontwikkelen die bruikbaar zijn voor alle deelnemende organisaties aan een project, zoals in EduTrans.

Context

Na een implementatieperiode van elf jaar is besloten om de Raadsaanbevelingen voor ECVETen die voor het European Quality Assurance System for Vocational Education & Training (EQAVET) in te trekken. De kerndoelen en -principes van ECVET zijn wel verankerd in de Raadsaanbeveling modernisering Europees mbo-beleid die de onderwijsministers vorig jaar aannamen. Een studie van de Commissie uit 2019 naar de invloed van Europese instrumenten op Europese en nationale beleidsontwikkelingen in het beroepsonderwijs concludeerde dat de implementatie van ECVET niet heeft geleid tot een algemeen Europees studiepuntensysteem voor het beroepsonderwijs. Meerdere landen, waaronder Nederland, achtten het systeem niet compatibel met hun eigen systeem. Enkel Estland, Finland en Malta hebben systemen opgezet die compatibel zijn met ECVET. In Nederland wordt ECVET vooral ingezet op het gebied van leven lang ontwikkelen en het valideren van stage en studie in het buitenland.