De European Training Foundation (ETF) vindt dat er ondanks de toename in toegepast onderzoek in het beroepsonderwijs, er weinig empirisch onderzoek is over deze toename. Het rapport van ETF pioniert met een onderzoek over in welke mate verschillende beroepsonderwijssystemen betrokken zijn bij projecten voor toegepast onderzoek in vier landen, waaronder Nederland.  


European Training Foundation wil meer onderzoek naar toegepast onderzoek in het mbo

Onderzoek uitgelicht

Er is een gebrek aan empirisch onderzoek naar verschillende vormen van toegepast onderzoek binnen het beroepsonderwijs, vindt de European Training Foundation (ETF). Het recent gepubliceerde onderzoek “International mapping study on good practices of applied research in vocational education and training” moet helpen deze leegte te vullen. Het onderzoek analyseert de de rol van toegepast onderzoek in het beroepsonderwijs in vier landen: Canada, Turkije, Spanje en Nederland. Als onderdeel hiervan wordt ook per land de activiteiten van studenten en bedrijven bij een onderzoeksinitiatief als good practices beschreven. Voor Nederland werd het Chemelot Innovation and Learning Labs (CHILL) initiatief onderzocht. Ook onderzocht het ETF de voordelen die studenten en belanghebbenden eruit halen als ze participeren in toegepast onderzoek. 

Studenten ontwikkelen hun vaardigheden

Uit de analyse van de onderwijssystemen blijkt dat er duidelijke verschillen zijn tussen de landen. Toch blijkt dat de beleids- en overheidsstructuur niet bepalend zijn voor de toegepaste onderzoeksinitiatieven. Studenten krijgen over het algemeen dezelfde leerervaring en ontwikkelen dezelfde vaardigheden door deel te nemen aan toegepast onderzoek. Met name sociale vaardigheden zoals communicatie, teamwork en leiderschap, en technische vaardigheden zoals onderzoek, en data-analyse worden bij participanten goed verder ontwikkeld. Studenten verkrijgen niet alleen nieuwe kennis, maar dragen ook bij aan het ontwikkelen van deze kennis, een kans die ze niet krijgen in het klaslokaal. Uit de studie blijkt dat deelname aan toegepast onderzoek innovatie, flexibiliteit en excellentie binnen het beroepsonderwijs stimuleert. Ook verkrijgen de beroepsonderwijsinstellingen zo een betere connectie tot ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Ook leraren ervaren een toename in motivatie en professionalisering in hun werk door met hun studenten deel te nemen aan toegepast onderzoek. 

Nederland voorloper

In het rapport wordt uitgelicht dat Nederland als enige van de vier landen hoger beroepsonderwijs aanbiedt. Publiek-private samenwerkingen worden via de overheid door het netwerk Katapult ondersteund. Het CHILL-initiatief wordt door ETF gezien als een van de voorlopers op het gebied van toegepast onderzoek in het mbo. Binnen CHILL werken studenten met docenten en opdrachtgevers uit het bedrijfsleven aan toegepast onderzoek in de chemische sector. Vergeleken met de initiatieven uit andere landen, staat het leerproces van de studenten in toegepast onderzoek in Nederland centraal. Tegelijkertijd wordt er rekening gehouden met de bedrijven waarvoor het onderzoek wordt uitgevoerd, maar hebben ze niet zoals bij andere landen de overheersende mening. Ook viel op dat studenten en bedrijven binnen CHILL op een hechter en gelijkwaardiger niveau samenwerken dan bij de andere beschreven initiatieven. 
 

Context

Het ETF ondersteunt landen in en om de Europese Unie met het hervormen en bevorderen van hun onderwijs-, training- en arbeidsmarktsystemen. ETF publiceert regelmatig rapporten over beroepsonderwijs en de Centres of Vocational Excellence. Dit is de eerste keer dat ze de werking van toegepast onderzoek binnen het beroepsonderwijs in verschillende landen in kaart brengen.


Mede geschreven door Hannah Teule.