Het Europees Parlement roept de Europese Commissie op om Erasmus+ sterker in te zetten tegen klimaatverandering. Het Parlement wil duurzaamheidsindicatoren zien in de nieuwe Europese onderwijs- en cultuurprogramma’s en milieubewustzijn moet breed worden verweven in Erasmus+ en de nieuwe initiatieven binnen het programma.

Europees Parlement wil een groener Erasmus+

‘Groen’ Erasmus+

Het Europees Parlement vraagt om meer aandacht voor het klimaat in Erasmus+. In een aangenomen resolutie van het Europees Parlement over ‘groen’ Erasmus+, Creatief Europa en het Europees Solidariteitskorps, onderstreept zij de actieve rol die de Europese onderwijs- en cultuurprogramma’s kunnen spelen om de doelen van de Green Deal te bereiken. Het antwoord ligt niet in meer virtuele mobiliteit: het Parlement benadrukt dat virtuele uitwisselingen een waardevolle aanvulling kunnen bieden, maar fysieke mobiliteit niet kunnen vervangen.

Maatregelen voor duurzaamheid

Het Parlement verzoekt de Commissie om duurzaamheidsindicatoren voor te stellen in de toekomstige programma’s. Daarnaast wil ze dat de Commissie milieubescherming vanaf volgend jaar opneemt in het Erasmus Charter for Higher Education (ECHE) en ervoor zorgt dat dit effectief wordt nageleefd. Onder het Europese Universiteiten-initiatief en de Centres of Vocational Excellence kunnen volgens het Parlement curricula gericht op duurzaamheid opgezet worden. Het rapport voorziet ook een rol voor het Europese Studentenkaart-initiatief om mobiliteit duurzamer te maken, aangezien dit de overstap van een procedure op papier naar een digitale procedure faciliteert en het gebruik van milieuvriendelijke diensten zou kunnen bevorderen. Daarnaast verzoekt het Parlement de Commissie om systematisch de transportgerelateerde koolstofvoetafdruk van elke deelnemer te berekenen en te registreren. Kosten voor milieuvriendelijker vervoer moet bovendien volledig worden terugbetaald.

Context

De Cultuur en Onderwijs (CULT) commissie van het Europees Parlement heeft deze resolutie op eigen initiatief opgesteld. Dit is een niet-bindende procedure waarbij het Parlement haar positie te kennen laat weten op bepaalde onderwerpen waarover zij nieuwe EU-wetgeving wil zien. De rapporteur van dit rapport was de Franse Europarlementariër Laurence Farreng.