Waarom een Union of Skills?
De Europese Commissie heeft een voorstel voor de Union of Skills gedaan. De Commissie benoemt in het voorstel meerdere grote uitdagingen die het met de Union of Skills wil oplossen. Het initiatief moet bijvoorbeeld bijdragen aan het dichten van de vaardighedenkloof in de EU. Volgens de Commissie heeft de EU niet genoeg afgestudeerden in alle lagen van het onderwijs. Ook past het onderwijs zich niet snel genoeg aan de technologische veranderingen. Verder vindt de Commissie dat het educatie- en vaardighedenbeleid in de EU te gefragmenteerd is. Hierdoor wordt een snelle, gezamenlijke aanpak van deze uitdagingen belemmert.
Een sterke fundering
De Union of Skills kent vier pijlers om deze problemen aan te pakken. De eerste pijler richt zich op het ontwikkelen van vaardigheden door een sterke onderwijsbasis. In deze pijler benadrukt de Commissie het belang van basisvaardigheden in lezen, rekenen, wetenschap, burgerschap en digitale basisvaardigheden. Hiervoor komt de Commissie met een Action Plan. Daarnaast moet er een STEM Education Strategic Plan komen om ervoor te zorgen dat meer mensen voor een STEM-opleiding kiezen. Ook moet het beroepsonderwijs worden versterkt en aantrekkelijker worden. Hiervoor komt de Commissie in 2026 met een European Strategy for VET.
Leven lang leren
De tweede pijler heeft bij- en omscholen als focus. In dit kader wil de Commissie de invoering individuele leerrekeningen ondersteunen. Daarnaast wil de Commissie dat microcredentials vaker worden ingezet en beter worden gekoppeld aan nationale en Europese kwalificatieraamwerken. Het is de bedoeling dat Europese Universiteiten en de Centres of Vocational Excellence gezamenlijk meer microcredentials gaan uitgeven. Ook moeten er binnen Erasmus+ pilots komen voor transnationale samenwerking tussen hogescholen en bedrijven. Het doel hiervan is het trainen van mensen voor banen met een groot vaardighedentekort. Deze samenwerkingsverbanden zouden bijvoorbeeld ook microcredentials kunnen aanbieden.
Verbeteren van mobiliteit
De derde pijler heeft als doel de circulatie van vaardigheden en transnationale coöperatie binnen de EU te verbeteren. Zo wil de Commissie onderzoeken of de Europese Universiteiten een rechtspositie kunnen krijgen en een investeringspad voor de allianties voorstellen. Ook de transnationale samenwerking in de Centres of Vocational Excellence moet versterkt worden. Daarnaast wil de Commissie dit en volgend jaar een pilot uitvoeren voor een Europees mbo-diploma. Verder wil de Commissie Europese joint degrees stimuleren, eventueel via een Europees diploma. Erasmus+ moet verder inclusiever en toegankelijker worden, ook voor mbo’ers.
Het behouden én aantrekken van vaardigheden
De vierde pijler beschrijft hoe de EU een magneet moet worden die talent zowel aantrekt als behoudt. De Commissie heeft als doel gesteld dat in 2030 jaarlijks 350 duizend studenten van buiten de EU naar Europa moet komen. Dit is een verhoging van ongeveer 41 procent met 2022. Dit doel gaat tegen de wensen van de Nederlandse regering in, die juist het aantal internationale studenten probeert te verminderen. De Commissie wil studenten aantrekken door virtuele- en fysieke activiteiten te organiseren onder het “Study in Europe” motto. Daarnaast wil de Commissie talentvolle wetenschappers behouden voor Europa door middel van een nieuwe MSCA. Deze pilot gaat ‘Choose Europe’ heten en gaat eind 2025 van start.
Context
Von der Leyen kondigde de Union of Skills bij het begin van haar tweede termijn aan. Met dit voorstel is de eerste stap richting een Union of Skills gezet. Eerst moet het nog goedgekeurd worden door de Raad van de EU, waar de ministers vertegenwoordigd zijn, en het Parlement.
Mede geschreven door Dave Bosch.
