16 augustus 2024
Europese Onderwijsruimte meest succesvol voor samenwerking in het hoger onderwijs, mbo blijft achter
Maurits Booij
Beleidsmedewerker
Stel uw vraag
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
16 augustus 2024
Beleidsmedewerker
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
Volgens belanghebbenden draagt de Europese Onderwijsruimte (EEA) vooral bij aan samenwerking in het hoger onderwijs. Dat blijkt uit het samenvattingsrapport van de consultaties over de tussentijdse evaluatie van de EEA. Samenwerking in volwassenenonderwijs en non-formeel leren blijft echter achter. Respondenten geven gemengde antwoorden over de geboekte voortgang binnen de EEA.
De Europese Onderwijsruimte (EEA) stimuleert vooral samenwerking in het hoger onderwijs (volgens 69%), terwijl volwassenenonderwijs en non-formeel leren achterblijft (volgens 35% en 32%). Dat staat in het samenvattingsrapport van twee consultaties over de EEA's tussentijdse evaluatie. In totaal gaven 279 belanghebbenden input op de publieke consultatie, waarvan ruim 40% onderzoeks- en onderwijsorganisaties zijn. Vijftien daarvan waren Nederlandse partijen, dat is de vierde plek. De belangrijkste doelen van Europese onderwijssamenwerking zijn het mogelijk maken van levenslang leren en leermobiliteit voor iedereen. Het bevorderen van inclusie en gelijkheid is volgens de respondenten ook een hoofddoel. Bijna de helft (47%) van de respondenten weet niet of de EEA wel voortgang boekt, terwijl 46% positief is. Respondenten (61%) waarderen dat de EEA financiering beschikbaar stelt ter ondersteuning van nationaal beleid. De EEA moet meer aandacht schenken aan burgerschap, het mbo en ondersteuning voor leraren.
Ook bevat het samenvattingsrapport de uitkomsten van de eerdere korte call for evidence in 2023. Daarop reageerden 23 partijen. EU burgers gaven de meeste antwoorden (39%) en vroegen om meer belang voor digitale geletterdheid en meer betrokkenheid van belanghebbenden. De EEA zorgt voor betere erkenning van buitenlandse leeruitkomsten en leerwerktrajecten voor mbo-studenten. Wel moet de EEA hoge kosten voor onderwijs aanpakken en worden non-EU kwalificaties nog onvoldoende erkend. Respondenten bevelen aan om in de toekomst te focussen op hogere financiering, duidelijke communicatie en achterblijvende groepen.
De Europese Onderwijsruimte dient als Europese onderwijsagenda en bevat veertig acties voor 2025 rondom nauwere onderwijssamenwerking tussen lidstaten. In juni 2023 opende de Commissie de call for evidence, voor input van belanghebbenden om de tussentijdse evaluatie te vormen. In april 2024 opende zij de publieke consultatie over de EEA's doelen, efficiëntie en bestuursstructuur. De tussentijdse evaluatie zal ook bijdragen aan de toekomst van de EEA van 2026 tot 2030. Neth-ER publiceerde in mei 2024 haar position paper over de Europese Onderwijsruimte en organiseerde een webinar over de tussentijdse evaluatie. In juli 2024 opende een aanvullende, specifiekere enquête over de toekomst van de EEA, in het kader van de tussentijdse evaluatie