Dossier: Europese Onderwijsruimte
Hoewel de Europese lidstaten elk afzonderlijk bevoegd zijn voor hun eigen onderwijs-, jeugd en cultuurbeleid, werken ze op dit terrein steeds vaker samen. Om de onderlinge coördinatie te optimaliseren, stelt de Commissie in 2017 een gemeenschappelijke onderwijsagenda voor, die volgens haar het hart moet vormen van de tegen 2025 te realiseren Europese Onderwijsruimte / European Education Area (EEA).
Laatste ontwikkelingen
Commissievoorzitter Von der Leyen heeft één van haar uitvoerende vicevoorzitters belast met de Europese Onderwijsruimte. Dit staat in de missiebrief gericht aan de Roemeense Roxana Mînzatu. Het jaartal 2025 wordt hier niet expliciet in genoemd. Het is dus nog onduidelijk hoe de Europese Onderwijsruimte er uit komt te zien en welke doelstellingen worden gesteld. Wel is het opvallend dat de Europese Onderwijsruimte valt onder het kopje ‘Union for Skills’. Welke uitdagingen staan Mînzatu nog meer te wachten de komende vijf jaar? Neth-ER werpt een kritische blik op de plannen beschreven in de missiebrief aan Mînzatu.
Op inhoudelijk vlak is de Europese Commissie bezig om het gebrek aan basisvaardigheden in kaart te brengen. Hiervoor werd onder andere een enquête geopend over basisvaardigheden in het primair en voortgezet onderwijs. Met deze enquête hoopt de Commissie een beter beeld te krijgen van de oorzaken achter het dalende niveau van basisvaardigheden. Volgens PISA uitkomsten van 2022 blijkt dat het niveau van basisvaardigheden in Europa verontrustend is. Dit terwijl het doel van onderwijsministers is dat 80 procent van de Europese bevolking in 2030 digitale basisvaardigheden zou moeten bezitten.
Neth-ER heeft in april 2024 een position paper over de Europese Onderwijsruimte (EEA) geschreven. Vier aanbevelingen over de EEA vormen de kern van onze positie:
- Creëer inclusieve en gebalanceerde leermobiliteit;
- Geef het ontwikkelen van vaardigheden en LLO een boost om het Europese concurrentievermogen te vergroten;
- Committeer aan het Verdrag tussen de Baltische staten en de Benelux over automatische erkenning;
- Transformeer de EEA door sterke en strategische partnerschappen.
In maart 2024 heeft de Europese Commissie het hogeronderwijspakket gepresenteerd. Hiermee wil de Commissie progressie boeken op één van de vijf strategische pijlers van de EEA: het versterken van het Europese hoger onderwijs. Het pakket bestaat uit drie onderdelen: een blauwdruk voor een Europese graad (European degree), een voorstel voor een Europees systeem voor kwaliteitszorg en erkenning, en een strategie om carrières in het hoger onderwijs aantrekkelijker te maken.
Laatst geüpdatet: 14 oktober 2024
Doel van de Europese Onderwijsruimte
Door meer samenwerking en coördinatie kan volgens de Commissie het potentieel van onderwijs beter benut worden. Ook het Europese concurrentievermogen wordt vergroot als het onderwijs beter en dus aantrekkelijker wordt. Verdere samenwerking kan vervolgens bijdragen aan het creëren van economische groei, sociale gelijkheid, banen en de vormgeving van een Europese identiteit. De Commissie streeft dan ook, in analogie met de Europese Onderzoeksruimte (ERA), naar een Europese Onderwijsruimte, die in 2025 gerealiseerd moet zijn. De EEA is momenteel een paraplubegrip waaronder verschillende initiatieven met betrekking tot onderwijs vallen. Het gaat hierbij om alle onderwijsniveaus: van primair en voorbereidend, middelbaar, beroeps- en hoger onderwijs tot volwasseneneducatie en leven lang leren. De EEA moet niet alleen bijdragen aan de kwaliteit van het Europese onderwijs in het algemeen, maar ook de individuele lidstaten ondersteunen bij het moderniseren van hun onderwijssystemen.
Strategische pijlers en EEA-acties
De Europese Onderwijsruimte wordt gebouwd op vijf strategische pijlers: nieuw Europees strategisch kader voor onderwijs en opleiding (Education and Training 2030).
- Verbetering van kwaliteit, gelijke kansen, inclusie en succes in het onderwijs
- Levenslang leren en mobiliteit voor iedereen realiseren
- De professionalisering van leraren
- Versterking van het Europese hoger onderwijs
- Ondersteunen van de groene en digitale transities
Om stapje voor stapje de Europese Onderwijsruimte te realiseren, heeft de Europese Commissie een coördinerende rol in veertig EEA-acties. Deze veertig acties dragen allen bij aan de Europese Onderwijsruimte. Concrete voorbeelden van deze acties zijn onder andere het European Universities initiative, de Centres of Vocational Excellence en het aanjagen van microcredentials. In dit document staat alle veertig acties omgeschreven.
Voortgang van de Europese Onderwijsruimte
De uitvoering van de acties van de Europese Onderwijsruimte (EEA) is goed op weg en de eerste vooruitgangen zijn te zien. Dat blijkt uit het voortgangsrapport ‘Progress towards the achievement of the European Education Area’. De gezamenlijke EEA-ambitie zorgt volgens het rapport voor meer samenwerking.
Ook Nederland is op de juiste weg om de vastgestelde doelen voor de Europese Onderwijsruimte te behalen. Dat blijkt uit de onderwijs- en trainingsmonitor 2023, gepubliceerd door de Commissie. Naast goed nieuws zijn er ook twee aanzienlijke verbeterpunten, namelijk het lerarentekort en studentenwelzijn.
Nederlandse pluspunten
- 95% van de Nederlandse mbo-studenten neemt deel aan werkplekleren tijdens hun opleiding, waar het EU doel 60% is. Dit is één van de hoogste percentages in de EU.
- 92,8% van de mbo-studenten in Nederland heeft een goed arbeidsperspectief, waar het EU-gemiddelde 79,7%.
- 56% van de personen tussen 25 en 34 jaar heeft een hogeronderwijsdiploma, dit was in 2017 nog 47%. Nederland zit hiermee boven het gemiddelde in de EU van 42%.
- Leven lang ontwikkelen (LLO): met 26,4% scoren Nederlanders tussen de 25 en 64 jaar boven het EU-gemiddelde van 11,9% op het gebied van deelname aan leeractiviteiten.
Uitdagingen voor Nederland
- Het lerarentekort is in de EU en in het bijzonder in Nederland een groot probleem, terwijl dit cruciaal is voor het opbouwen van de Europese Onderwijsruimte. In Nederland is het lerarentekort zelfs gegroeid in de afgelopen jaren.
- Ook is het studentenwelzijn een serieus aandachtpunt voor Nederland. Bijna één op de vier studenten in het HBO, MBO en WO ervaart problemen met mentale gezondheid.
De Toekomst van de Europese Onderwijsruimte
De Commissie heeft medio 2024 via een enquête en consultatie feedback gevraagd over de Europese Onderwijsruimte (EEA). Deze resultaten zullen de Commissie helpen om een goed beeld te krijgen van de goede en minder goede aspecten van de EEA. De resultaten zullen ook dienen als bouwstenen voor de nog te bepalen koers van de EEA vanaf 2025.
Laatste ontwikkelingen
Commissievoorzitter Von der Leyen heeft één van haar uitvoerende vicevoorzitters belast met de Europese Onderwijsruimte. Dit staat in de missiebrief gericht aan de Roemeense Roxana Mînzatu. Het jaartal 2025 wordt hier niet expliciet in genoemd. Het is dus nog onduidelijk hoe de Europese Onderwijsruimte er uit komt te zien en welke doelstellingen worden gesteld. Wel is het opvallend dat de Europese Onderwijsruimte valt onder het kopje ‘Union for Skills’. Welke uitdagingen staan Mînzatu nog meer te wachten de komende vijf jaar? Neth-ER werpt een kritische blik op de plannen beschreven in de missiebrief aan Mînzatu.
Op inhoudelijk vlak is de Europese Commissie bezig om het gebrek aan basisvaardigheden in kaart te brengen. Hiervoor werd onder andere een enquête geopend over basisvaardigheden in het primair en voortgezet onderwijs. Met deze enquête hoopt de Commissie een beter beeld te krijgen van de oorzaken achter het dalende niveau van basisvaardigheden. Volgens PISA uitkomsten van 2022 blijkt dat het niveau van basisvaardigheden in Europa verontrustend is. Dit terwijl het doel van onderwijsministers is dat 80 procent van de Europese bevolking in 2030 digitale basisvaardigheden zou moeten bezitten.
Neth-ER heeft in april 2024 een position paper over de Europese Onderwijsruimte (EEA) geschreven. Vier aanbevelingen over de EEA vormen de kern van onze positie:
- Creëer inclusieve en gebalanceerde leermobiliteit;
- Geef het ontwikkelen van vaardigheden en LLO een boost om het Europese concurrentievermogen te vergroten;
- Committeer aan het Verdrag tussen de Baltische staten en de Benelux over automatische erkenning;
- Transformeer de EEA door sterke en strategische partnerschappen.
In maart 2024 heeft de Europese Commissie het hogeronderwijspakket gepresenteerd. Hiermee wil de Commissie progressie boeken op één van de vijf strategische pijlers van de EEA: het versterken van het Europese hoger onderwijs. Het pakket bestaat uit drie onderdelen: een blauwdruk voor een Europese graad (European degree), een voorstel voor een Europees systeem voor kwaliteitszorg en erkenning, en een strategie om carrières in het hoger onderwijs aantrekkelijker te maken.
Laatst geüpdatet: 14 oktober 2024
Doel van de Europese Onderwijsruimte
Door meer samenwerking en coördinatie kan volgens de Commissie het potentieel van onderwijs beter benut worden. Ook het Europese concurrentievermogen wordt vergroot als het onderwijs beter en dus aantrekkelijker wordt. Verdere samenwerking kan vervolgens bijdragen aan het creëren van economische groei, sociale gelijkheid, banen en de vormgeving van een Europese identiteit. De Commissie streeft dan ook, in analogie met de Europese Onderzoeksruimte (ERA), naar een Europese Onderwijsruimte, die in 2025 gerealiseerd moet zijn. De EEA is momenteel een paraplubegrip waaronder verschillende initiatieven met betrekking tot onderwijs vallen. Het gaat hierbij om alle onderwijsniveaus: van primair en voorbereidend, middelbaar, beroeps- en hoger onderwijs tot volwasseneneducatie en leven lang leren. De EEA moet niet alleen bijdragen aan de kwaliteit van het Europese onderwijs in het algemeen, maar ook de individuele lidstaten ondersteunen bij het moderniseren van hun onderwijssystemen.
Strategische pijlers en EEA-acties
De Europese Onderwijsruimte wordt gebouwd op vijf strategische pijlers: nieuw Europees strategisch kader voor onderwijs en opleiding (Education and Training 2030).
- Verbetering van kwaliteit, gelijke kansen, inclusie en succes in het onderwijs
- Levenslang leren en mobiliteit voor iedereen realiseren
- De professionalisering van leraren
- Versterking van het Europese hoger onderwijs
- Ondersteunen van de groene en digitale transities
Om stapje voor stapje de Europese Onderwijsruimte te realiseren, heeft de Europese Commissie een coördinerende rol in veertig EEA-acties. Deze veertig acties dragen allen bij aan de Europese Onderwijsruimte. Concrete voorbeelden van deze acties zijn onder andere het European Universities initiative, de Centres of Vocational Excellence en het aanjagen van microcredentials. In dit document staat alle veertig acties omgeschreven.
Voortgang van de Europese Onderwijsruimte
De uitvoering van de acties van de Europese Onderwijsruimte (EEA) is goed op weg en de eerste vooruitgangen zijn te zien. Dat blijkt uit het voortgangsrapport ‘Progress towards the achievement of the European Education Area’. De gezamenlijke EEA-ambitie zorgt volgens het rapport voor meer samenwerking.
Ook Nederland is op de juiste weg om de vastgestelde doelen voor de Europese Onderwijsruimte te behalen. Dat blijkt uit de onderwijs- en trainingsmonitor 2023, gepubliceerd door de Commissie. Naast goed nieuws zijn er ook twee aanzienlijke verbeterpunten, namelijk het lerarentekort en studentenwelzijn.
Nederlandse pluspunten
- 95% van de Nederlandse mbo-studenten neemt deel aan werkplekleren tijdens hun opleiding, waar het EU doel 60% is. Dit is één van de hoogste percentages in de EU.
- 92,8% van de mbo-studenten in Nederland heeft een goed arbeidsperspectief, waar het EU-gemiddelde 79,7%.
- 56% van de personen tussen 25 en 34 jaar heeft een hogeronderwijsdiploma, dit was in 2017 nog 47%. Nederland zit hiermee boven het gemiddelde in de EU van 42%.
- Leven lang ontwikkelen (LLO): met 26,4% scoren Nederlanders tussen de 25 en 64 jaar boven het EU-gemiddelde van 11,9% op het gebied van deelname aan leeractiviteiten.
Uitdagingen voor Nederland
- Het lerarentekort is in de EU en in het bijzonder in Nederland een groot probleem, terwijl dit cruciaal is voor het opbouwen van de Europese Onderwijsruimte. In Nederland is het lerarentekort zelfs gegroeid in de afgelopen jaren.
- Ook is het studentenwelzijn een serieus aandachtpunt voor Nederland. Bijna één op de vier studenten in het HBO, MBO en WO ervaart problemen met mentale gezondheid.
De Toekomst van de Europese Onderwijsruimte
De Commissie heeft medio 2024 via een enquête en consultatie feedback gevraagd over de Europese Onderwijsruimte (EEA). Deze resultaten zullen de Commissie helpen om een goed beeld te krijgen van de goede en minder goede aspecten van de EEA. De resultaten zullen ook dienen als bouwstenen voor de nog te bepalen koers van de EEA vanaf 2025.