06 februari 2024
Gaby Allard (MBO Raad): ‘’Mbo is onmisbaar bij het beetpakken en realiseren van de Europese transities’’
Raúl Kalb
Communications & Events Manager
Stel uw vraag
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
06 februari 2024
Communications & Events Manager
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
‘’Internationalisering is een belangrijk aspect van het behouden én bestendigen van de onderwijskwaliteit, uitwisseling van kennis en de kracht van goed vakmanschap'', stelt Gaby Allard, bestuurslid van de MBO Raad en cvb-lid ROC van Amsterdam / Flevoland. Ook maakt ze zich hard voor het beroepsonderwijs op nationaal en Europees niveau en hoopt ze dat het Parlement en Commissie de automatische wederzijdse erkenning van diploma’s in het mbo tot stand weten te brengen.
‘’Het Nederlandse middelbaar beroepsonderwijs is toonaangevend binnen en buiten Europa. Om toekomstbestendig te blijven, is Europese samenwerking van onschatbare waarde. Internationalisering is een belangrijk aspect van het behouden én bestendigen van de onderwijskwaliteit, uitwisseling van kennis en de kracht van goed vakmanschap. Europese samenwerking staat aan de basis van innovatie en beleidsontwikkeling in het kennisveld.’’
‘’Uitwisselingsprogramma’s zoals Erasmus+ bevorderen aantoonbaar de persoonlijke en professionele ontwikkeling van studenten, docenten, staf en regionale stakeholders. Zij doen in deze buitenlandse ervaringen onmisbare internationale competenties en meer algemene vaardigheden op die nodig zijn om te werken en leven in een globale economie.’’
‘’Voorts ontstijgen de uitdagingen van vandaag en morgen de nationale context. Er is in toenemende mate behoefte aan kennis van global citizenship. Het mbo onderscheid zich van de andere partners in het kennisveld door de onmiskenbare beroepscomponent met bijbehorende praktische insteek. En doet dit samen en op vele verzoek van regionale en landelijke belanghebbende, naast het bedrijfsleven, ook bijvoorbeeld regionale en lokale overheden, samenwerkingsverbanden en NGO’s.’’
‘’Het mbo is onmisbaar bij het beetpakken én oplossen van de transities waar Europa mee te maken heeft.’’
‘’Ook op het gebied van beleidsontwikkeling is Europese kennisuitwisseling van groot belang. Een bijkomend voordeel is dat via Europese samenwerking, meer bereikt kan worden met minder middelen. De toonaangevende positie van het Nederlandse mbo stelt ons bovendien in staat om een trekkersrol te vervullen en Nederlandse standaarden om te zetten naar Europese standaarden.’’
‘’Concluderend bevordert Europese samenwerking de toekomstbestendigheid, kwaliteit en relevantie van het kennisveld.’’
‘’De Centers of Vocational Excellence, die bovendien geïnspireerd zijn op de publiek-private samenwerkingen uit de Nederlandse nationale context, zijn een doorslaand succes. De samenkomst van onderwijs, bedrijfsleven en andere partners in ecosystemen leveren duurzame oplossingen op voor wicked problems, zoals de aansluiting van het onderwijs op de rappe ontwikkelingen in de arbeidsmarkt en in de maatschappij. De CoVE’s zijn hiermee een typerend voorbeeld van de kracht van het mbo: praktische toepassing en innovatie vanuit een innige relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven.’’
‘’Het middelbaar beroepsonderwijs zit middenin een emancipatiebeweging ten opzichte van andere partners in het kennisveld. Zo wordt ingezet op gelijke kansen voor mbo-studenten door voor iedere student (en docent) die dat wil een internationale ervaring aan te bieden.’’
‘’De Europese en nationale arbeidsmarkt vraagt om een Leven Lang Ontwikkelen van wendbare en flexibel inzetbare mensen. Het mbo kan en wil meer bijdragen aan deze ambitie. Een belangrijk instrument en daarmee waardevol instrument om die ambitie te behalen is de automatische, wederzijdse erkenning van diploma’s en onderdelen van opleidingen, bijvoorbeeld in de vorm van microcredentials. Juist omdat er grote verschillen zijn tussen nationale contexten en systemen, is het van belang om deze instrumenten verder te ontplooien. Demografische uitdagingen zoals vergrijzing, tekorten aan jongeren in het algemeen en technisch geschoolde vakmensen in het bijzonder leiden er in de huidige situatie soms al toe dat sectoren vast dreigen te lopen. Landen weten elkaar in sommige gevallen al te vinden en maken bilaterale afspraken waar geen aanpassingen in wetgeving voor nodig is. Het zou een geweldige doorbraak zijn als Europa net zoals in het hoger onderwijs al is gebeurd, de wederzijdse erkenningen van diploma’s de komende vijf jaar weet te realiseren.’’
‘’De erkenning van het mbo als kennisinstelling, kennismakelaar en degene die impact in de praktijk waarmaakt, vraagt om een geïntegreerde aanpak voor het stimuleren van het middelbaar beroepsonderwijs binnen alle geledingen van de Europese commissie en Parlement.’’
‘’Deze adviezen staan expliciet stil bij de waarde van onderzoek en innovatie. Het beroepsonderwijs heeft daar veel te bieden én hier valt nog veel winst te behalen. De rol van onderzoek ontwikkelt zich bovendien continu in het beroepscontext, niet alleen de onderwijspraktijk zelf is object van studie, maar onderwijspersoneel voert zelf ook onderzoek uit. Het beroepsonderwijs speelt een sleutelrol in praktijkgericht onderzoek, de impact en implementatie hiervan. Hieruit komen vervolgens weer nieuwe onderzoeksvragen, die van belang zijn voor nader gezamenlijk onderzoek en het vergroten van de innovatiekracht.’’
‘’Deze versnelling en verdieping van het onderzoekend vermogen van het mbo komt tot uiting in o.a. de zogeheten practoraten. Practoraten spelen een cruciale rol bij het bestendigen van het innovatieve vermogen, het actueel en evidence informed houden van zowel het beroepsonderwijs als mede de beroepspraktijk. Er valt nog heel veel winst te behalen in deze lijn richting Europees beleid, Europese samenwerking en samenwerking ook binnen Europa tussen het middelbaar beroepsponderwijs, hoger beroepsonderwijs en universiteiten.’’
‘’De mbo sector is één van de dragers van de economische, maatschappelijk en sociale ontwikkeling van Europa. Zonder beroepsonderwijs en beroepsvakkrachten valt alles stil. Als sector werken we hard aan het realiseren van de onvermijdelijke transities, zoals vergroening in en digitalisering in brede zin. Versterken van de beroepsprofessionals, die dagelijks in de beroepspraktijk actief zijn, vraagt om een onderzoekende houding en kritisch kunnen denken. De beroepsprofessionals van de toekomst zijn de trekkers van doorlopende innovaties en oplossingen in de dagelijkse praktijk.’’
‘’In het mbo worden studenten opgeleid tot goed geschoolde vakmensen die tegelijkertijd doordrenkt zijn van goed burgerschap. Door de unieke, gelijkwaardige positie met het bedrijfsleven is het mkb een natuurlijke partner van het mbo.’’
‘’De MBO Raad kan op verschillende manieren bruggen bouwen tussen het Nederlandse mbo en de Europese tegenhangers. Dit is een vruchtbare bodem voor nieuwe partnerschappen, gezamenlijke projecten en andere vormen van kennisdeling en capaciteitsopbouw. De netwerken en expertise van de MBO Raad dragen bij aan de vorming van beleid dat relevant en effectief is op zowel nationaal, regionaal als Europees niveau.’’
In aanloop naar de Europese Verkiezingen (6 – 9 juni) zal Neth-ER wekelijks een schriftelijk interview delen met vertegenwoordigers, bestuursleden en andere sleutelspelers binnen het Nederlandse kennisveld over Europese kwesties en thema’s. Vorige week sprak Neth-ER met Zakia Guernina, bestuurslid van de KNAW over Europese kennis en de rol van haar organisatie daarin.