Juist kwetsbare groepen in het onderwijs lopen het grootste risico negatief beïnvloed te worden door de coronacrisis. Dat concludeert de Commissie in de jaarlijkse Onderwijs- en Opleidingsmonitor, waarin zij dit jaar naast de gevolgen van de crisis inzoomt op onderwijs in het digitale tijdperk. De Commissie uit onder andere haar zorgen over de ongelijke toegang tot en kwaliteit van afstandsonderwijs binnen Europa. In Nederland ligt het aantal jongeren met digitale basisvaardigheden boven het EU-gemiddelde en vele scholen hebben strategieën voor digitaal onderwijs ontwikkeld.

Kwetsbare groepen in onderwijs lopen meeste risico door corona

Extra risico voor kwetsbare groepen  

Kwetsbare groepen, zoals jongeren met een lagere sociaaleconomische achtergrond en degenen met speciale onderwijsbehoeften, lopen het meeste risico om negatieve invloed te ervaren vanwege de gevolgen van de coronacrisis. Dit is één van de conclusies van de Europese Commissie in haar jaarlijkse Onderwijs- en Opleidingsmonitor waarin zij dit jaar inzoomt op de gevolgen van de crisis en onderwijs in het digitale tijdperk. De bevindingen in het rapport wijzen op een grote variëteit in de toegang tot en kwaliteit van afstandsonderwijs. In sommige lidstaten werden vrijwel alle leerlingen bereikt, terwijl in andere lidstaten bijna de helft de toegang tot onderwijs verloor. Wel prijst de Commissie de onderwijssector voor de snelle transitie naar afstandsonderwijs.  

Leren in het digitale tijdperk

De coronacrisis toont het belang van investeren in digitale oplossingen voor lesgeven en legt de zwaktes van onderwijssystemen bloot. Er blijven grote verschillen tussen lidstaten, ondanks investeringen uit nationale fondsen of de Europese Structuur- en Investeringsfondsen in digitale infrastructuur. Investeringen in infrastructuur gingen ook niet altijd gepaard met passende begeleiding voor leraren, slechts de helft van de leraren in de EU kreeg tijdens haar opleiding les in het gebruik van ICT-middelen. Ook is nog niet iedere jongere een kind van het digitale tijdperk: het aantal jongeren met achterblijvende digitale vaardigheden loopt in de EU op tot wel 62%.

Nederland scoort digitaal goed

Nederland scoort met 92% juist bovengemiddeld op het aantal jongeren dat minstens over digitale basisvaardigheden beschikt. Ook konden jongeren tijdens de coronacrisis hun digitale vaardigheden op afstand gebruiken, gezien in Nederland 98% van de jongeren thuis internettoegang heeft, het hoogste percentage in de EU. Verder prijst de Commissie in het landenrapport de Nederlandse digitaliseringsagenda voor het primair- en voortgezet onderwijs en de financiering en ondersteuning die scholen ontvangen voor het ontwikkelen van digitale infrastructuur. Ook wijst zij erop dat scholen na hun noodgedwongen sluiting in maart ondersteuning en financiering ontvingen voor de transitie naar online onderwijs. Ook maakte de Nederlandse overheid financiering vrij voor het beschikbaar stellen van laptops voor leerlingen die er geen bezitten.

Context

De jaarlijkse Onderwijs-en Opleidingsmonitor omvat een vergelijking tussen de 27 EU-landen op basis van allerlei indicatoren. Aan de hand van de indicatoren analyseert de Commissie de belangrijkste uitdagingen voor Europese onderwijssystemen en stelt zij verbeteringen voor. Ieder land ontvangt net als Nederland een individueel rapport. Het rapport van dit jaar focust op digitaal onderwijs, een onderwerp dat bij de Commissie hoog in het vaandel staat getuige de publicatie van Digital Education Action Plan (DEAP) dat digitalisering in het Europese onderwijs zal gaan versterken. Vorig jaar stond de monitor nog in het teken van leraren en lesgeven, een onderwerp waar vervolgens het Kroatisch voorzitterschap van de Raad van de EU veel aandacht aan schonk. Het jaar daarvoor kreeg Nederland te horen dat de kennis van basisvaardigheden van 15-jarigen achteruit holt, een langdurige trend die volgens de monitor van 2020 nog altijd niet is omgekeerd.