In de afgelopen twee decennia is het aandeel jongvolwassenen met een hogeronderwijskwalificatie in de OESO-landen sterk gestegen: 48% van de 24-34 jarigen had in 2021 een diploma, vergeleken met slechts 27% in 2000. Dit concludeert de OESO in de recente uitgave van het jaarlijkse rapport Education at a Glance. Het rapport van dit jaar focust zich op de veranderende omgeving voor het hoger onderwijs.


OESO: steeds meer jongeren hebben HO-diploma

Aandeel gestegen

Het aandeel jongvolwassenen in de OESO-landen die het hoger onderwijs afrondde bereikte in 2021 een nieuw record. Van alle 24-34 jarigen rondde 48% het hoger onderwijs af, ten opzichte van 27% in 2000. Dit blijkt uit het jaarlijkse rapport ‘Education at a Glance van de OESO. Zuid-Korea (69,3%) en Canada (66,4%) spannen de kroon. De toename is voornamelijk sterk onder vrouwen. 57% van de afgestudeerde jongvolwassenen is vrouw. Vrouwen hebben 11 procentpunt meer kans om hun bacheloropleiding af te ronden dan mannen. De grote stijging van hogeronderwijsdiploma-uitgiftes lijkt te danken aan betere baankansen die samenhangen met een hoger opleidingsniveau. De COVID-19-pandemie liet bovendien zien dat een hoger opleidingsniveau relatief beter beschermt tegen economische risico’s; mensen met een lager opleidingsniveau werden namelijk veel vaker werkloos. De stijging van het opleidingsniveau biedt volgens de OESO een unieke kans om sociale en economische voortuitgang te stimuleren. Hierbij is het wel essentieel dat landen blijven innoveren en hun onderwijssystemen blijven verbeteren. Het onderzoek laat verder zien dat 39% van de bachelorstudenten in de OESO nominaal afstudeert.

Nederlandse hoogtepunten

In Nederland nam het aandeel 24-34 jarigen met een hogeronderwijsdiploma nog sneller toe dan het OESO-gemiddelde, van 27% in 2000 naar 56% in 2021. Nederland is hiermee een van de veertien OESO-landen waar minstens de helft van de jongvolwassenen het hoger onderwijs afrondde. De voltooiingspercentages zijn in Nederland vergelijkbaar met andere OESO-landen: 71% van de studenten is binnen drie jaar na de verwachte einddatum van de opleiding afgestudeerd, ten opzichte van het OESO-gemiddelde van 68%. Het percentage ligt ook in Nederland hoger voor vrouwen dan voor mannen. 78% van de vrouwen rondde hun studie af binnen drie jaar na het einde van de opleidingsduur, tegenover 64% van de mannen.

Context

Ieder jaar verschaft de OESO in het Education at a Glance rapport informatie over de staat van het onderwijs in de 35 landen die zijn aangesloten bij de OESO en enkele geassocieerde landen. De editie van dit jaar staat in het teken van het hoger onderwijs. De 48% procent jongvolwassenen die in de OESO-landen een hogeronderwijsdiploma heeft behaald ligt boven de doelstelling van 45% die de EU zichzelf heeft gesteld voor 2030. De editie van vorig jaar ging over de koppeling tussen onderwijs en de veranderende arbeidsmarkt.

 

Mede geschreven door Julian Zwaal