17 april 2025
Uitgelicht: ODEUROPA: hoe geur ons verbindt met de Europese geschiedenis

Ruud Schapenk
Campagne- en beleidsmedewerker
Stel uw vraag
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
17 april 2025
Campagne- en beleidsmedewerker
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
Geur is een zeer krachtig zintuig, dat direct verbonden is met ons geheugen en met onze emoties. Waar andere zintuigen, zoals zicht, eerst door ons brein verwerkt moeten worden, werkt geur direct op ons emotionele en geheugenapparaat, wat het bijzonder impactvol maakt. Onze omgang met geur zegt veel over onze cultuur, over ons dagelijks leven, maar ook zeker over ons verleden. Hoe doe je eigenlijk multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek naar geur? En welke toepassingen zijn er? Neth-ER bespreekt het met Inger Leemans, hoofdonderzoeker van het NL-Lab bij de KNAW en projectleider van het EU Horizon 2020-project ODEUROPA.
Het Horizon 2020 project met de passende naam Odeuropa is gestart op 1 januari 2021 en de financiering is geëindigd op 31 december 2023. Duidelijk is echter dat dit slechts een start was en dat de financiering een kickstart heeft gegeven aan een geheel nieuwe onderzoeksdiscipline. “We moesten op veel fronten feitelijk van ‘scratch’ beginnen, maar we hebben zo veel kunnen ontwikkelen in die drie jaar. Het moeilijkste was eigenlijk om te kiezen wat we niet gingen doen, er lagen zoveel kansen”. Inger Leemans fungeerde namens de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) als projectleider van het multidisciplinaire en internationale onderzoek. De KNAW vormde een samenwerking met kennisinstellingen uit Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk, Italië en Slovenië. “Ik heb het als een eer en plezier ervaren om met dat team te kunnen werken en zoveel te kunnen doen voor het veld. Er waren al jaren individuen en pioniers aan het ploeteren met dit onderwerp. Die mensen met elkaar verbinden was echt geweldig, zo hebben we echt massa kunnen creëren.”
Het onderzoek is een mooi voorbeeld hoe fundamenteel wetenschappelijk onderzoek kan leiden tot een nieuwe basis waarop andere projecten op voort kunnen borduren. “We hadden geen computermodellen voor sensory mining, er bestond nog geen goed gedocumenteerde methode voor multidisicplinair geuronderzoek, dus we hebben heel veel moeten ontwikkelen op gebied van hoe je onderzoek doet naar geur als cultureel verschijnsel. Hoe reconstrueer je geuren uit het verleden, hoe documenteer je wat je doet, welke woorden geef je aan welke geurbeschrijvingen, hoe codeer je historische bronnen … we hebben nu zelfs een peer review systeem ontworpen voor reconstructies van erfgoedgeuren. We hopen dat deze nieuwe discipline nog jaren voort kan borduren op ons werk”. Het project heeft een aantal concrete resultaten opgeleverd, waaronder een zoekmachine met 300 jaar Europese geurgeschiedenis in meer dan 2,5 miljoen 'neusgetuigenissen’ (de Odeuropa Smell Explorer), de encyclopedie van geurgeschiedenis & erfgoed en een toolkit die musea en erfgoedinstellingen ondersteunt bij het werken met geuren.
Het vertrekpunt van het onderzoek was om het geurpalet van het Europese continent in kaart te brengen en weer te geven hoe dit zich de afgelopen vier eeuwen heeft ontwikkeld. In de afgelopen jaren hebben Europese erfgoedinstellingen fors geïnvesteerd in grootschalige digitalisering. Dit biedt een schat aan object-, tekst- en afbeeldingsgegevens die met computertechnieken en AI geanalyseerd kunnen worden. Het Odeuropa project heeft de bronnen in kaart gebracht die geassocieerd worden met geuren en het ruiken. Deze gegevens worden vervolgens gebruikt om “geurlijnen” te identificeren, gebaseerd op cultuurhistorisch en erfgoedonderzoek. Dit draagt bij aan het hogere doel van het project: aantonen dat geuren belangrijke en waardevolle middelen zijn voor het consolideren en bevorderen van Europa’s cultureel erfgoed.
“Het leuke aan geur is dat het grenzeloos is. Het houdt zich niet aan een stadsgrens of aan natiestaten, dus wat je ziet is dat er veel gedeelde geurverhalen in Europa zijn. Het gebruik van geuren voor zowel medische doeleinde, persoonlijke hygiëne, of contact met de hogere geesten is wijdverspreid. Maar binnen Europa is je natuurlijk ook onderscheid te maken tussen verschillende regio’s en gemeenschappen. Daar waar de katholieke religie dominant is geweest, blijft het stoken van wierook en kaarsen een heel belangrijk cultureel verschijnsel. In andere religies, waar reinigingsrituelen belangrijk zijn wordt weer veel meer met eau de cologne en andere geurwaters gewerkt. De huidige Europese steden hebben volgens Inger ook een eigen odeur, hoewel er ook duidelijke overeenkomsten zijn: “het Amsterdamse geurpalet van wiet en wafels is vrij uniek; deze combinatie zul je bijvoorbeeld in Wenen veel minder ruiken”. Inger woont zelf in Amsterdam en geeft aan dat de stad voor veel toeristen weer heel anders ruikt: “ik vind Amsterdam naar water ruiken, maar buitenlanders die naar Amsterdam komen, vinden het naar koeienmest stinken, want die ruiken de mest die Amsterdam binnendringt, dus historisch gezien is van belang welke neus aan het woord is”.
De omgang met geur kan heel veel zeggen over een samenleving en cultuur. Inger is kritisch op het grote narratief van de ‘deodorisatie’. “Het idee dat vroeger alles stonk en we lekkerder zijn gaan ruiken is een zeer beperkt verhaal. Vanaf de negentiende eeuw heeft een grote industriële transitie plaatsgevonden, onze vroegere steden stonken niet naar uitlaatgassen en kerosine. Wel zijn we veel sensitiever geworden met betrekking tot lichaamsgeuren. Mensen in de 17e en 18e eeuw vonden lichaamsgeuren ook niet perse prettig en gebruikten ook parfums, maar die hoge sensitiviteit voor lichaamsgeur die wij hebben opgebouwd is iets heel moderns. Voor vroegmodernen was het veel belangrijker om zich te beschermen tegen walmende miasma's, omdat men dacht dat daarmee ziekten konden worden ingeademd. Geurwaters waren dus meer als geurschild tegen de buitenwereld bedoeld dan alleen om het lichaam op te frissen. Wij mensen communiceren ook met elkaar doormiddel van lichaamsgeur, dat doorbreek je door je onder te sprayen met parfum.” Geur krijgt ook steeds vaker een commerciële toepassing: “Veel bedrijven en hotels doen aan geurmarketing, veel mensen hebben dat niet eens in de gaten, omdat ze zo weinig receptief zijn voor geur, terwijl dit in tijden zonder koelkasten essentieel was, omdat je neus ook fungeerde als een kwaliteitsmeter”.
Technologische innovatie heeft geleid tot een minder grote afhankelijkheid van onze neus, maar biedt tegelijkertijd kansen voor nieuwe toepassingen. “We vertrouwen steeds meer op technologie en op barcodes, bijvoorbeeld om houdbaarheidsdata te checken, terwijl je neus daarvoor voldoende is. Ons onderzoek helpt mensen om weer ‘neuswijzer’ te worden en te wijzen op het belang van geur als kennisbron en als bepalend voor onze cultuur”. Een goed voorbeeld vinden we in Friesland. “Daar hebben ze een paar maanden geleden de geuren en geluiden van het platteland in de erfgoedagenda geplaatst. Wij zijn van plan om die regio mee te helpen om onderzoek te doen naar welke geuren dat kunnen zijn en welke waarden erfgoedgemeenschappen daar aan hechten”. De bredere toepassing van het onderzoek is ook buiten Nederland opgevallen. “We zijn geselecteerd door de EU om in het Europees paviljoen te staan tijdens de Word Expo in Osaka, dat is een geweldige eer”. Gedurende het gesprek wordt duidelijk dat de Horizon 2020 grant een basis is waarop het consortium voortbouwt en dat er veel toepassingen zijn voor een fundamenteel onderzoek als dit. “We zijn als consortium doorgegaan in allerlei mogelijke variaties en diverse nieuwe onderzoeksaanvragen aan het doen. Vooral jonge onderzoekers staan te trappelen om met dit multidisciplinaire onderwerp aan de slag te gaan. Hoe leuk is het om jonge mensen een kans te geven en de ruimte te bieden onderzoek te doen naar dit onderwerp? Er zijn nog zoveel toepassingen mogelijk, ik ben hier nog lang niet klaar mee”.
Inger Leemans is hoogleraar cultuurgeschiedenis aan de VU en hoofdonderzoeker van NL-Lab bij het KNAW Humanities Cluster. Haar onderzoek gaat over nationale identiteit en de manier waarop cultuur is belichaamd. Leemans deed onderzoek naar onder meer de literatuur van de 18de eeuw, pornografie en de radicale verlichting, emoties op de beursvloer, en de historische band van Nederlanders met het vliegeren. Tussen 2021-2023 was Leemans projectleider van het EU Horizon 2020 project ODEUROPA: Negotiating Olfactory and Sensory Experiences in Cultural Heritage Practice and Research: een transdisciplinair project over olfactorisch erfgoed en sensory mining. Het project vestigde wereldwijd de aandacht van de pers op het belang van geur als cultureel fenomeen en op de waarde van geureducatie.
In de artikelreeks “Uitgelicht” belicht Neth-ER EU-gefinancierde onderzoeks-, innovatie- en onderwijsprojecten van haar leden en achterban. ODEUROPA is een project van onder anderen het NL-Lab bij het KNAW Humanities Cluster, dat zich focust op innovatief, geavanceerd onderzoek in de geesteswetenschappen en behoort tot de onderzoeksinstellingen van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschap (KNAW).
Nieuwe bestuursleden bij Neth-ER: Robert-Jan Smits en Marjan Hammersma
Save the Date: Regional innovation impacts event during EURegionsWeek 2025
Ook buiten school leren telt mee: nieuwe validatiehub voor formeel en informeel leren
EP-Commissie CULT waarschuwt: ontbreken van ‘onderwijs’ in Mînzatu’s titel ondermijnt vertrouwen in EU