De coronapandemie biedt een unieke kans voor universiteiten om te transformeren en zo beter aan te sluiten op de behoeftes van de samenleving. Dit is de conclusie van het rapport van de Economic and Societal Impact of Research and Innovation-expertgroep (ESIR) naar de toekomst van Europese universiteiten na de pandemie. Daarbij ziet de ESIR-expertgroep een rol voor beleidsmakers om universiteiten hierin te ondersteunen.


'Universiteiten moeten pandemie aangrijpen om te transformeren’

Complexe vraagstukken vereisen complexe vaardigheden     

Universiteiten hebben door de coronapandemie een uitzonderlijke kans gekregen om zich opnieuw uit te vinden en beter in te kunnen spelen op de wensen van de samenleving. Dit concludeert de Economic and Societal Impact of Research and Innovation-expertgroep (ESIR) in een rapport over de toekomst van Europese universiteiten na de pandemie. Volgens het rapport hebben Europese universiteiten al langer moeite om aan te sluiten op de behoeftes uit de samenleving. Complexe vraagstukken in de maatschappij – zoals klimaatverandering en de coronacrisis – komen steeds vaker voor, maar het lukt universiteiten onvoldoende hun curricula hierop aan te passen. Het rapport adviseert daarom om het aanbod van interdisciplinaire vakken te vergroten, waarbij de focus onder meer moet liggen op complexe vaardigheden als oplossingsgericht denken.

Een betere aansluiting op de maatschappij

Universiteiten zullen in de toekomst hun strategische betekenis binnen ecosystemen en als centrale partner voor het mkb, het bedrijfsleven en start-ups moeten behouden en versterken. Banden daarmee kunnen versterkt worden als universiteiten de focus verleggen naar een leven lang leren in plaats van vijfjarige opleidingen, om zo de link tussen het bedrijfsleven en onderwijs te versterken. Universiteiten worden geadviseerd om hun curricula aan te passen op verschillende groepen lerenden. Tevens denkt de ESIR-expertgroep dat hybride onderwijs een grote rol zal houden na de pandemie. Europese universiteiten moeten daarom meer investeren in de digitalisering van het onderwijs, alsook samenwerken aan online onderwijsinhoud voor leven lang leren en pan-Europese online-leerplatformen met het bedrijfsleven opzetten.

Financiering koppelen aan strategische doeleinden

Het is niet alleen aan universiteiten om na te denken over deze vraagstukken. Ook beleidsmakers moeten zich realiseren dat de transitie van het hoger onderwijs verbonden is met een transformatie van de wereld, de economie en de samenleving, aldus de ESIR-expertgroep. Stapsgewijs beleid maken is dus onvoldoende; er moet een structurele verandering van de institutionele cultuur plaatsvinden. Beleidsstructuren moeten er zo op worden ingericht, dat baanbrekend, interdisciplinair onderzoek wordt aangemoedigd. Onderwijsfinanciering moet evengoed actief gaan bijdragen aan deze transitie, door nieuwe onderwijsvormen te stimuleren en te belonen. De Commissie kan hier ook een belangrijke rol in spelen, door nieuwe, Europese beleids- en financieringsinstrumenten voor onderzoek en onderwijs zo in te richten dat ze innovatieve denkwijzen ondersteunen. Daarbij moet de Commissie de autonomie van Europese universiteiten waarborgen, anders lopen universiteiten het risico dat kennis en data worden gemonopoliseerd door commerciële actoren. Dit ondermijnt het concurrentievermogen van Europese universiteiten.

Context

De ESIR-expertgroep geeft onafhankelijk advies geeft over onderzoeks- en innovatiebeleid. In hun nieuwe mandaat sinds 2020 is de relatie tussen duurzaamheid en onderzoek en innovatie (O&I) centraal gezet. Er nemen geen Nederlanders deel in de expertgroep. Het rapport ligt in lijn met de prioriteiten van de Commissie voor de Europese Onderwijsruimte (EEA): Europese onderwijssystemen moeten toekomstbestendiger worden en bijdragen aan de groene en digitale transities en het Europees herstel. De EEA moet tevens gaan bijdragen aan een sterker Europa in de wereld, waarbij onderwijs het antwoord geeft op globale uitdagingen.