19 maart 2024

“Het Nederlandse kennisveld, en zeker de universiteiten, ademen Europa", Robert-Jan Smits (UNL)

Raúl Kalb

Raúl Kalb

Communications & Events Manager

Stel uw vraag

Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers

Deel dit artikel

Wat hebben wij, als kennisland, aan Europa te bieden? En zijn we bereid om bij het stellen van onze nationale prioriteiten eerst te kijken wat er op de rest van het continent eigenlijk het belangrijkst wordt gevonden? Deze taak ligt bij de kennisinstellingen vertelt Robert-Jan Smits, voorzitter van het College van Bestuur van TU/e, in een interview met Neth-ER namens de Universiteiten van Nederland (UNL). 


“Het Nederlandse kennisveld, en zeker de universiteiten, ademen Europa", Robert-Jan Smits (UNL)

Op 6 juni zijn er Europese verkiezingen. Waarom is Europese samenwerking van belang voor het kennisveld?   

“Het antwoord op een vraag van deze strekking bevat vaak de zinsnede “niet meer weg te denken”, maar toch is dat precies wat ik in reactie hierop zou willen doen. Denk je eens in dat er geen onderzoekssamenwerking en -financiering meer zou zijn, omdat Horizon Europe niet bestaat. Stel je eens voor wat een aderlating een niet-bestaand Erasmus+ zou zijn voor internationale studentervaringen. Ik noem er maar twee maar zo zijn er honderd voorbeelden. Het Nederlandse kennisveld en zeker de universiteiten ademen Europa, kunnen zich in vele richtingen verder ontwikkelen door de samenwerking via het Europese project. Zowel onderzoek als onderwijs floreren dankzij de afgebroken grenzen.” 

Op welk resultaat van de afgelopen jaren mag de EU wat u betreft het trotste zijn?   

“De afgelopen jaren is meer dan eens duidelijk geworden dat investeren in kennis op Europees niveau essentieel is en niet alleen voor het toekomstig verdienvermogen van de EU, maar ook om de klimaatdoelstellingen te kunnen realiseren en de agenda van grotere strategische autonomie van Europa gestalte te geven. Zowel het Erasmus+ programma als het Kaderprogramma hebben hierbij hun meerwaarde bewezen. En naast deze programma’s zijn er de afgelopen jaren prachtige initiatieven gestart om de Europese onderwijs en onderzoeksruimte vorm te geven. Denk hierbij aan het Europese kwalificatieraamwerk voor onderwijs, Open Access, Erkennen en Waarderen en science diplomacy.” 

Waarmee zouden Parlement en Commissie de komende vijf jaar nu echt het verschil maken voor kennisinstellingen? 

“De basis op orde. Nieuwe projecten zijn heel zichtbaar en in sommige gevallen (kennisveiligheid, AI) ook echt nodig. Maar het grootste belang voor universiteiten is toch echt dat Horizon zo goed blijft functioneren als het nu doet, zonder tussentijdse bezuinigingen, en dat in het onderwijs de afspraken over onderlinge erkenning en kwaliteitszorg – onder andere uit ‘Bologna’ – nu echt tot volle wasdom komen. Zulke zaken zijn onmogelijk te regelen door individuele lidstaten en tegelijk essentieel voor een daadwerkelijk open Europa op het gebied van kennis.” 

Hoe kunnen we Nederlands en Europees beleid beter aan elkaar koppelen, indachtig de recente adviezen van de Onderwijsraad en AWTI?  

“Universiteiten werken in Europees verband nauw samen om te komen tot excellent onderzoek, hoogwaardig onderwijs en innovatieve oplossingen. Daarmee leggen zij verbindingen en bouwen zij aan de Europese toekomst. Het is cruciaal dat nationaal en Europees beleid goed op elkaar aansluiten om gezamenlijke ambities te realiseren. Dit kan onder andere in de vorm van meer samenhangend beleid, een proactieve houding richting Brussel, ruimhartige steun voor fundamenteel onderzoek, een goede overbrugging tussen fundamentele en toegepaste kennis, en ondersteuning voor Nederlandse (kennis)instellingen om gebruik te maken van EU-instrumenten. Maar het gaat ook om een andere ‘mindset’: wat hebben wij als (kennis-)land aan Europa te bieden? En zijn we bereid om bij het stellen van onze nationale prioriteiten eerst te kijken wat er op de rest van het continent eigenlijk het belangrijkst wordt gevonden? Ik vind dat hier ook een taak ligt voor de kennisinstellingen.” 

Welke bijdragen heeft uw eigen sector te bieden aan Europa? 

“Er is geen groot vraagstuk te bedenken dat geen kennis nodig heeft als grondstof voor het antwoord. Hoe bedenken we klimaatvriendelijke technologieën en zorgen we ook nog dat consumenten deze gaan gebruiken? Hoe gaan we om met de polarisatie in onze samenleving? Hoe vinden we een duurzame balans in het migratievraagstuk? En hoe ver gaan we met het toepassen van medische innovaties in relatie tot de financiële houdbaarheid? Zowel vragen waar Commissie, Parlement als Raad zich over buigen als ook waaraan wetenschappers en studenten elke dag keihard werken. Toekomstgericht beleid kan niet zonder kennis, en de universiteiten staan te popelen om nog meer bij te dragen.” 

Context 

In aanloop naar de Europese Verkiezingen (6 – 9 juni) publiceert Neth-ER wekelijks een schriftelijk interview met vertegenwoordigers, bestuursleden en andere sleutelspelers binnen het Nederlandse kennisveld over Europese kwesties en thema’s. Vorige week sprak Neth-ER met Maria van Middelkoop over het beroepsonderwijs, kennisuitwisseling, en bijbehorende samenwerkingsverbanden in Europa.