De financieringsorganisatie voor Europese onderzoeksnetwerken European Cooperation in Science and Technology (COST) viert haar vijftigste verjaardag. Ooit opgericht om bruggen te slaan in het gefragmenteerde Europese onderzoekslandschap van na WOII richt het programma zich nog altijd op het financieren van netwerkinstrumenten die de belangrijkste aandrijvers zijn van de 291 onderzoeksnetwerken (COST Actions) die momenteel actief zijn. In de programmaperiode 2014-2020 verbond de organisatie maar liefst 92.000 onderzoekers met elkaar in 669 Actions en dat worden er in Horizon Europe nog meer. In dit artikel kijken we naar het succes achter COST en licht onderzoeker Angele Reinders toe wat de organisatie voor haar betekende.


COST viert 50e verjaardag: een blik op de organisatie en haar COST Actions

50 jaar COST 

De European Cooperation in Science and Technology (COST) is Abraham geworden en wordt met 42% vrouwelijke deelnemers in de laatste programmaperiode ook alsmaar meer Sarah. Voor de feestelijke gelegenheid publiceerde COST een verjaardagsbericht van COST President Prof. Alain Beretz en lanceerde zij een speciale editie van haar website: 50 Years of Research Networks. COST is het langstlopende Europese raamwerk voor onderzoek & innovatie (O&I), met als startschot de ministeriële conferentie van 22 en 23 november in 1971. Het werd geïntroduceerd om het Europees onderzoekslandschap te coördineren door het opzetten van netwerken en zo de technologische kloof met de VS te dichten.

Platform voor Europese samenwerking 

Tegenwoordig biedt COST nog altijd een platform voor mondiale samenwerking, met een Europees zwaartepunt. De organisatie geeft bijzondere aandacht voor onderzoekers in zogenaamde Inclusiveness Target Countries (ITCs), ook wel bekend als de ‘widening landen’ in de EU Kaderprogramma’s. Maar liefst 38 Europese landen binnen en buiten de EU zijn lid. De onderzoeksministers van deze 38 landen blijken de netwerken van COST te waarderen, gezien zij dit jaar nog opriepen tot een 50% budgetverhoging in Horizon Europe.

Groot bereik via de COST acties

In de programmaperiode 2014-2020 bereikte de organisatie meer dan 92.000 onderzoekers via haar verschillende activiteiten. Deze onderzoekers bereikt zij vooral via haar COST Actions: interdisciplinaire onderzoeksnetwerken die niet enkel wetenschappers, maar ook stakeholders uit het mkb, overheden, consultancybureaus en andere maatschappelijke organisaties samenbrengen. Vier jaar lang doen zij onderzoek naar een opkomend wetenschappelijk onderwerp dat de indiener van de Action zelf kiest. De netwerken worden gekarakteriseerd door hun openheid, aangezien je op elk moment in de eerste drie jaar van de loopduur van het project nog mag aansluiten.

Grote impact & veel spin-offs

Deelname aan die Actions levert (jonge) onderzoekers veel op. Zo kunnen zij zich gemakkelijk aanmelden voor trainingen, workshops, conferenties en korte wetenschappelijke missies naar onderzoeksinfrastructuren. Hoewel COST enkel de netwerkactiviteiten financiert, doet men wel degelijk onderzoek naar opkomende onderwerpen binnen en buiten de Action. Gemiddeld weten deelnemers aan een Action zo’n 5,8 miljoen euro aan spin-off financiering vanuit Europese en nationale fondsen te genereren. Ook zijn consortia die ontstaan uit een COST Action vele malen succesvoller in pijler 2 (Global Challenges) van Horizon 2020 (succesratio 37% voor COST-consortia tegenover 12,2% gemiddeld in H2020). Bijna de helft van die spin-off projecten bevat ook partners uit de ITCs, hetgeen de rol van COST in het verbreden van deelname aan het Europese Kaderprogramma bevestigt.

Toekomst met vertrouwen tegemoet

COST kan dus met vertrouwen de volgende 50 jaar tegemoet gaan. In Horizon Europe zal de organisatie ook profiteren van de verhoging van het onderdeel 'Widening participation and strengthening the European Research Area', waardoor zij ieder jaar zo’n 60 à 70 Actions kan financieren, tegenover 40 in Horizon 2020. Toch identificeerde een recente evaluatie ook een aantal aandachtspunten voor de toekomst: “de organisatie zal alert moeten blijven op de balans tussen de belangen van ITC en niet-ITC landen en zou meer profijt kunnen halen uit samenwerking met het Europese Universiteiten-initiatief en Erasmus+.”

COST in Nederland

Ook in Nederland is COST populair. In 2019 namen 1119 onderzoekers deel aan een COST Action, van wie er 112 een leiderschapspositie innamen, bijvoorbeeld als (vice)-voorzitter, werkgroepleider of coördinator wetenschapscommunicatie. Die aantallen lopen helaas wel terug de laatste vijf jaar. Nederlandse onderzoekers runnen ook een significant aantal van deze acties als voorzitter, bijvoorbeeld op voor Neth-ER zelf relevante thema’s als internationale studentenmobiliteit en de positie van China in Europa.

“COST geeft zelfvertrouwen”

“Er is een leven voor en na een COST Action, luidt het cliché. Maar het klopt wel”, zegt Angele Reinders, hoogleraar ‘Ontwerpen van Duurzame Energiesystemen’ aan de Technische Universiteit Eindhoven en universitair hoofddocent aan de Universiteit van Twente. Zij startte en leidt de COST Action PEARL PV. Het netwerk doet onderzoek naar prestatieverbetering en kostenbesparing van elektriciteit opgewekt door fotovoltaïsche (PV) zonne-energiesystemen. “Persoonlijk heeft het mij enorm veel goeds gebracht, je leert je eigen leiderschapskwaliteiten kennen en dat geeft veel zelfvertrouwen in je mogelijkheden. Ook zorgt het voor een enorme uitbreiding van je netwerk, met gemotiveerde mensen die dezelfde interesse en passie delen”, aldus Reinders.

“Groot netwerk door héél Europa”

Momenteel bestaat het netwerk uit 250 deelnemers uit 38 landen. Vrijwel ieder land uit Europa is aangesloten, op een aantal Scandinavische landen na die simpelweg te weinig zonneactiviteit kennen. Angele Reinders werkt zeer intensief samen met onderzoekers uit uit Servië, Hongarije, Roemenië, België, Zweden, Italië, Duitsland, het VK en natuurlijk Nederland zelf. “Het is mooi om te zien dat onderzoekers uit ieder land hun bijdrage kunnen leveren, ook in de landen waar onderzoek minder geïnstitutionaliseerd is en het verzamelen van data lastiger is. De kwaliteit van de deelnemende onderzoekers zelf staat echter buiten kijf. Je ziet ook dat de onderzoeksactiviteit in zogenaamde ITC-landen als Portugal, Cyprus en Slovenië binnen mijn vakgebied hoger is dan in Nederland. Soms heb je vooroordelen over wat er in de rest van Europa gebeurt, maar in de praktijk blijkt de realiteit anders. Het opent je ogen,” volgens Reinders.

“Verbinden van expertise en data”

De deelnemers aan PEARL PV vormen een inclusief onderzoeksnetwerk die hun expertise delen en deze kennis ook verspreiden naar belanghebbenden als installatietechnici, systeemontwerpers, overheden en investeerders. Het netwerk verbindt niet enkel belanghebbenden op het gebied van zonne-energie, maar ook een niet eerder geziene hoeveelheid data over de prestaties van PV-systemen in Europese landen. Dit geeft inzicht in factoren die de levensduur van zulke systemen beïnvloeden, zoals de grootte, het ontwerp, evenals specifieke onderdelen en onderhoudssystemen. Door het grote aantal landen dat deelneemt kan het netwerk ook de invloed van verschillende klimaten op het functioneren van PV-systemen meten.

Versnipperd landschap

Vergeleken met centraal aangestuurde energievoorzieningen, zoals kernenergie, kennen zonne-energiesystemen een versnipperd landschap met vele bedrijven, gebruikers en investeerders uit verschillende landen met variërende klimaten. En dus ook verschillen in prestatievermogen en levensduur. Angele Reinders hoopt dat de inzichten uit de COST Action en de Horizon 2020 spin-offs, zoals Trust PV en Serendi-PV, leiden tot een hogere energieproductie, het verlagen van investeringsrisico’s en een langere levensduur. Het Internationaal Energieagentschap verwachtte in 2017 dat 11 procent van de totale energiemix in 2050 wordt opgewekt door PV-systemen. Dat is in 2021 alweer achterhaald met vele landen zoals Nederland en Duitsland die hun doelen fors omhoog hebben geschroefd.  “Met zo’n massale inzet wil je zowel als investeerder en gebruiker kunnen vertrouwen op het prestatievermogen en de levensduur,” aldus Reinders.  

“COST Action ging door ondanks crisis”

Met de levensduur van de COST Action zelf zit het in ieder geval wel goed. Waar sommige Actions het leven lieten door de gevolgen van de coronacrisis, intensiveerde het contact binnen Pearl-PV juist. De coronacrisis zorgde voor vele vruchtbare online ontmoetingen en verkleinde daardoor de afstand. Uiteindelijk zal het project met slechts een half jaar vertraging afronden, in april 2022. Angele Reinders is tevreden met de bereikte resultaten: We hebben dan ondanks Covid-19 vier training schools gegeven, een internationale data base gerealiseerd voor het delen van meetgegevens, veel gepubliceerd over de relaties tussen klimaat, opbrengst van PV systemen en overzichten tot stand gebracht van defecten.

“Hoop op voortzetting onderzoeksnetwerk”

Angele Reinders hoopt dat PEARL-PV als onderzoeksnetwerk kan blijven bestaan, en wil de opgedane ervaring in internationaal onderzoeksmanagement toepassen in nieuwe functies. Ook hoopt ze dat onderzoekers in de toekomst adequaat erkend en gewaardeerd worden voor het leiden van (en deelnemen aan) zulke netwerken, en daarvoor ondersteuning ontvangen, bijvoorbeeld in de vorm van assistenten en postdocs.

Context

COST zal in de programmaperiode 2021-2027 voor de eerste maal volledig gefinancierd worden vanuit het 'Widening participation and strengthening the European Research Area'-onderdeel van Horizon Europe. Ten minste 50% van dat budget zal ten goede komen aan onderzoekers uit widening-landen en 80% van de COST-activiteiten dient een significante widening-dimensie te hebben. De widening-landen zoals gedefinieerd in Horizon Europe komen overigens grotendeels overeen met de landen die COST als ITC classificeert. In de afgelopen jaren introduceerde de organisatie een reeks nieuwe activiteiten ter ondersteuning van de COST Actions, zoals COST Connect, een reeks workshops over gerichte thema’s; de COST Academy, met aanbod van trainingen, workshops en coaching voor deelnemers; COST Innovators Grants om COST Action-onderzoek te vertalen naar commerciële of maatschappelijke toepassingen, en COST Global Networking voor deelname van partners buiten Europa.