09 oktober 2025
Deens voorzitterschap maakt werk van vaardigheden, onderwijs en digitale concurrentiekracht

Linda Valkó
Beleidsmedewerker
Stel uw vraag
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
09 oktober 2025
Beleidsmedewerker
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
Investeren in vaardigheden, onderwijs en digitale concurrentiekracht. Dit zijn onder meer de prioriteiten voor het Deense voorzitterschap, zo lichten de ministers toe in het Europees Parlement. Europarlementariërs uiten daarbij zorgen over de toekomst van Erasmus+, en de afhankelijkheid van niet-Europese tech-bedrijven.
In een reeks commissievergaderingen (zogeheten ‘hearings´) hebben de Deense ministers de prioriteiten van het Deense voorzitterschap van de Raad gepresenteerd. Zo benadrukt de minister van Onderwijs het beroepsonderwijs aantrekkelijker te willen maken, studentenmobiliteit te garanderen en aandacht te hebben voor digitalisering in het onderwijs. De minister van Justitie wil dat Europa concurrerender wordt, zonder daarbij gedeelde Europese waarden uit het oog te verliezen. Hierbij is de groene transitie prioriteit, aldus de klimaatminister. De minister van werkgelegenheid benadrukt de focus op onder meer investeren in vaardigheden en eerlijke arbeidsmobiliteit. Ook het volgende Erasmus+ programma en de Europese Onderwijsruimte krijgen prioriteit. Minister van Digitale Zaken richt zich onder meer op op het versterken van de digitale concurrentiekracht en het oprichten van een concurrentiefonds.
Europarlementariërs uiten zorgen over onder andere de toekomst van Erasmus+ en het Europees Sociaal Fonds (ESF+). Ook vroegen ze aandacht voor erkenning van competenties en veiligheid van jonge studenten op het werk. Bij de digitale agenda wijzen ze erop dat Europa minder afhankelijk moet worden van niet-Europese tech-bedrijven. Ook vinden ze dat regulering in balans moeten zijn met vereenvoudiging, om zo innovatie te stimuleren.
Denemarken heeft sinds 1 juli 2025 de voorzittershamer van de Raad van de Europese Unie van polen overgenomen. Het voorzitterschap werkt volgens een roulerend schema waarbij elk voorzitterschap zes maanden duurt. Voorzitterschappen hebben enige individuele ruimte om prioriteiten te stellen waarop regeringen hun EU-samenwerking kunnen richten. Na Denemarken is Cyprus aan de beurt, gevolgd door Ierland.
Mede geschreven door Thijs Neefs.