EU loopt achter op deep-tech innovaties
De VS steekt met kop en schouders boven de rest van de wereld uit op het gebied van octrooiaanvragen voor zogenaamde 4th Industrial Revolution (4IR)-technologieën. Dat blijkt uit het gezamenlijk rapport van de Europese Investeringsbank (EIB) en het Europees Octrooibureau (EPO) ‘Deep tech innovation in smart connected technologies’. De EU scoort met 15% van het totaal aantal octrooiaanvragen een derde plek, achter Japan. De lage innovatiecapaciteit voor 4IR-technologieën is matig te noemen in het licht van de algehele innovatiecapaciteit van de EU.
Vaardigheden en marktharmonisering remedie
De EIB en EPO doen een reeks aanbevelingen aan de EU om de innovatiecapaciteit van 4IR-technologieën te versterken. Vooral op het gebied van innovatiefinanciering heeft de EU werk te verrichten. De auteurs stellen gerichte beurzen en snel invoeringsbeleid van innovaties voor en roepen daarbij op om instrumenten die de EIB voorhanden heeft te benutten. Ook marktfragmentatie en toegang tot talent voor bedrijven blijft een belemmerende factor voor bedrijven in de EU. De EIB en EPO verwelkomen alvast het unitair octrooi dat snel in werking wordt gesteld en stellen daarnaast het promoten van digitale vaardigheden en meer mogelijkheden in het (beroeps)onderwijs voor leven lang leren vast als belangrijke remedie.
Context
Onder de 4IR-technologieën die onderzocht zijn in dit rapport, vallen onder andere Internet of Things, cloud computing, 5G en kunstmatige intelligentie. De digitale strategie van de EU uit 2020 moet ervoor zorgen dat Europa de snelheid van 4IR-innovaties kan bijhouden van Azië en de VS. Uit een eerder rapport bleek ook al dat Europese industriële investeringen daalden, terwijl die in andere gebieden juist stegen. Net als de EIB en EPO vestigde het Executive Agency for Small and Medium‐sized Enterprises (EASME) ook aandacht op de nood aan vaardigheden voor de 4de industriële revolutie met een rapport over het aanpassen van curricula aan de nieuwste innovaties.
