Investeringen stijgen, maar inflatie ook
De Europese Unie investeerde 381,4 miljard euro in onderzoek & innovatie (O&I) in 2023. Dat is 6,7% meer dan in 2022 (357 miljard) en 57,9% meer dan in 2013 (241 miljard). Toch is het geen reden tot feest: de inflatie steeg in dezelfde tien jaar even hard mee. Daardoor is de zogenaamde O&I-intensiteit nagenoeg hefzelfde gebleven. Als percentage van het bbp investeerde de EU in 2023 namelijk 2,2% in onderzoek & innovatie, tegenover 2,1% in 2013. Dat berekent Eurostat.
Nederland investeert minder
Negentien EU-landen investeren flink meer in O&I dan tien jaar geleden, zelfs na inflatiecorrectie. De grootste stijgers zijn België (1,0 procentpunt), Polen (0,7 ) en Griekenland (0,7). Vijf landen investeerden in 2023 meer dan 3% van het bbp in O&I: Zweden (3,6%), België en Oostenrijk (3,3%), en Duitsland en Finland (3,1%). Daarentegen behoort Nederland tot de groep landen die minder zijn gaan investeren. De Nederlandse O&I-intensiteit liep terug van 2,14% in 2013 naar 2,08% in 2023.
Context
Ieder jaar brengt Eurostat de Europese investeringen in onderzoek & innovatie in kaart. De Europese Unie heeft al twee decennia de doelstelling om minstens 3% van het bbp te investeren in O&I, de zogenoemde Barcelona-doelstelling, maar heeft dat nog nooit weten te bereiken. In november 2024 stelden regeringsleiders voor een derde keer formeel dit doel, nu voor 2030. Daarop spraken onderzoeksministers af zich hieraan te houden. Uit onderzoek blijkt dat achterblijvende investeringen het grootste struikelblok zijn voor de Europese Onderzoeksruimte en het Europese concurrentievermogen.
