Private en publieke investeringen in onderzoek en innovatie blijven achter
110 partijen die het belang vertegenwoordigen van de Europese onderzoeks- en industriesector pleiten voor een verhoging van het budget voor het tiende Kaderprogramma (KP10), de opvolger van Horizon Europe. In een gezamenlijke verklaring constateren zij dat publieke financiering voor onderzoek en innovatie achterblijft in Europa. Dit heeft weer negatieve effecten op het aantrekken van private investeringen. De 110 partijen betogen dat een verhoging van het KP10-budget publieke investeringen aanjaagt. Om deze wisselwerking te optimaliseren stellen zij vast dat Pijler 2 van het huidige kaderprogramma een vervolg én een update moet krijgen.
Horizon Europe Pijler 2 als katalysator voor private investeringen
De belangenverenigingen zien Pijler 2 als hét instrument voor samenwerkingen tussen publieke en private partijen. Deze pijler zorgt ervoor dat industrieën snel nieuwe technologieën kunnen toepassen en zo een positieve maatschappelijke impact kunnen hebben. Zij hopen dan ook dat deze pijler wordt voortgezet in de opvolger van Horizon Europe. Bovendien spreken de ondertekenaars zich uit voor een aanzienlijke verhoging van het budget in deze pijler. De ondertekenaars laten ook weten dat zij graag meer nadruk zien binnen Pijler II op het industrieel concurrentievermogen van de Europese Unie.
Context
De gezamenlijke verklaring is ondertekend door 110 Europese koepels. Zij vertegenwoordigen voornamelijk de Europese industriesector. De industriesector is een belangrijke speler in onderzoek en innovatie, zowel op het gebied van investeringen als toegepast onderzoek. In dit statement nemen zij stelling in het debat over de richting van het nieuwe kaderprogramma, KP10. Dit programma wordt vormgegeven door de nieuwe Europese Commissie en is onderdeel van de bredere discussie rondom een nieuwe Europese begroting, die van start gaat in 2028.
