28 april 2025
Parlement zegt ‘nee’ tegen het concurrentiefonds

Ruud Schapenk
Campagne- en beleidsmedewerker
Stel uw vraag
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
28 april 2025
Campagne- en beleidsmedewerker
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
Europarlementariërs vinden het voorgestelde concurrentiefonds niet geschikt voor het versterken van de concurrentiekracht. Ze pleiten in een recent rapport over het MFK voor een nieuw instrument dat investeringen aantrekt via bewezen financieringsmechanismes. Het Parlement benadrukt daarnaast de noodzaak van meer financiering voor onderzoek en innovatie, en ook voor defensie.
In een recent rapport over het meerjarig financieel kader (MFK) oordelen Europarlementariërs dat het voorgestelde concurrentiefonds niet geschikt is voor het aantrekken van investeringen. Ze pleiten voor een nieuw, doelgericht instrument dat gebruik maakt van bewezen financieringsprogramma’s, zoals InvestEU en het Innovatiefonds. In plaats van al deze instrumenten samen te voegen onder een brede paraplu, pleit het Parlement voor de ontwikkeling van één specifiek instrument gebaseerd op de successen van deze programma’s. Centraal in dit alternatief staat het gebruik van zogeheten EU-backed de-risking. Dit houdt in dat de EU instrumenten inzet die investeringsrisico’s verkleinen. Door deze risicoverlaging worden zowel publieke als private partijen gestimuleerd om meer te investeren. Ten slotte herinnert het Parlement de Commissie eraan dat het Verdrag de EU verplicht tot het aannemen van een kaderprogramma voor onderzoek. Dat wordt volgens hen niet gewaarborgd in het huidige voorstel.
Naast hun kritiek op het concurrentiefonds benadrukken de Europarlementariërs ook het belang van meer financiering voor onderzoek en innovatie. Ze vinden dat het aankomende MFK en op nationaal niveau voldoende middelen moeten hebben om alle hoogwaardige projecten te kunnen financieren. Dit is belangrijk om de doelstelling van 3% van het bbp aan O&I investeringen tegen 2030 te halen. Ook wijst het Parlement op het tekort aan Europese defensiecapaciteit. Ze pleiten voor een substantiële verhoging van het Europese Defensiefonds (EDF) en voor gezamenlijke EU-leningen om defensie-investeringen te ondersteunen. Daarbij benadrukt het Parlement dat extra defensie-uitgaven geen afbreuk mogen doen aan andere uitgaven.
Europarlementariërs uiten ook zorgen over de terugbetaling van leningen die zijn afgesloten onder NextGenerationEU. Ze willen deze terugbetalingen duidelijk gescheiden zien van de reguliere EU-uitgaven. Verder verzet het Parlement zich tegen het voorstel om het ‘one national plan per member state’ na 2027 opnieuw toe te passen. Daarbij zou elke lidstaat zelf een plan moeten opstellen voor de toewijzing van EU-fondsen. In plaats daarvan pleiten ze nu voor een structuur die transparant is, parlementaire controle mogelijk maakt en lokale overheden actief betrekt.
In aanloop naar het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK) debatteert het Europees Parlement over de toekomst van onderzoek, innovatie en defensie binnen de EU-begroting. Een belangrijk punt is de positie van het volgende kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (KP10). Volgens Eurocommissaris Ekaterina Zaharieva kan KP10 een onafhankelijke rol krijgen binnen het nieuwe Concurrentiefonds, de opvolger van het STEP-programma. Het Europees Parlement verzet zich daartegen en pleit via Europarlementariër Christian Ehler voor een volledig zelfstandig kaderprogramma.
Mede geschreven door Lotte Kuiper.