Ondanks de simplificatie van declaratieregels binnen Horizon 2020 is het foutenpercentage nog steeds te hoog, met name door fouten bij het declareren van personeelskosten. Wel zet de neerwaartse trend van de afgelopen jaren zich door. Dit blijkt uit het jaarverslag van de Europese Rekenkamer over de uitvoering van de EU-begroting van 2021. De Rekenkamer raadt onder andere het gebruik van de Personnel Costs Wizard aan, en stelt dat ontvangers van O&I-financiering beter begeleid moeten worden in de overgang van Horizon 2020 naar Horizon Europe.


Rekenkamer: neerwaartse trend fouten H2020 zet door, maar nog steeds te veel

Foutenpercentage nog steeds te hoog

De Europese Rekenkamer beoordeelt onderzoeksuitgaven als risicovol in het jaarverslag over de uitvoering van de EU-begroting in 2021. Onderzoeksuitgaven leiden, net als de voorgaande jaren, tot relatief veel foutieve declaraties, waardoor de gecorrigeerde foutmarge van het programma te hoog ligt, op 2,04 procent. DG Research and Innovation (RTD) van de Commissie rapporteerde in eerste instantie een foutmarge van 1,67 procent, maar stelde dat op aanwijzen van de Rekenkamer bij met 0,37 procentpunt. Hierdoor blijft de foutmarge net boven de norm van 2 procent. Wel zet de dalende trend van de afgelopen jaren door. Voor het jaar 2020 was de foutmarge nog 2,24 procent. De Rekenkamer merkt op dat de Commissie eerdere aanbevelingen grotendeels heeft geïmplementeerd.

Personeelskosten blijft probleem

De Rekenkamer onderzocht 87 onderzoeksprojecten, waarvan er 29 fouten bevatten. Bij 26 van deze projecten waren de declaraties van personeelskosten niet in orde, onder andere door een foutieve tijdsregistratie en toewijzing van salaris. Wat opvalt is dat het mkb buitenproportioneel vaak betrokken is bij deze problemen, bij maar liefst 15 van de 29 projecten met fouten. Ook stelt het verslag dat financiële statements opgesteld door externe experts veel fouten bevatten.

Aanbevelingen

Om het foutenpercentage verder te verlagen adviseert de Rekenkamer de Commissie om ontvangers van O&I-financiering aan te moedigen gebruik te maken van de Personnel Costs Wizard voor het rapporteren van personeelskosten. Dat is met name handig voor begunstigden die meer vatbaar zijn voor het maken van fouten, zoals het mkb. Ook zou de Commissie controles op aanpassingen van persoonskosten moeten versterken. Verder raadt de Rekenkamer aan om ontvangers van O&I-financiering en individuele accountants meer begeleiding te bieden in de overgang van Horizon 2020 naar Horizon Europe. Het nieuwe Kaderprogramma zou automatische checks en risicobeoordelingssytemen moeten bevatten, aldus de Rekenkamer.

Erasmus+ en structuurfondsen

Erasmus+ blijft volgens de Rekenkamer een van de programma’s met de laagste foutenpercentages. De foutmarge voor de structuurfondsen is daarentegen toegenomen ten opzichte van vorig jaar, van 3,5 procent in 2020 naar 4,1 procent in 2021. Zowel programma-autoriteiten in de lidstaten als de Commissie moeten de toepassing van controles verbeteren, volgens de Rekenkamer.

Context

De Rekenkamer controleert in het jaarverslag steekproefsgewijs de uitvoering van het EU-budget en doet suggesties voor verbeteringen. In 2021 bedroegen de reguliere uitgaven 181,5 miljard euro, en met uitgaven uit het Europese herstelfonds komt het totaal op 228 miljard. Van de reguliere uitgaven ging 10,8 miljard euro naar onderzoek, 2,4 miljard naar onderwijs en 74,6 miljard naar de structuurfondsen. Het foutenpercentage voor de gehele begroting werd dit jaar op 3% geschat. Voor 2020 was dit 2,7 procent. Om het foutenpercentage en de administratieve lasten binnen Horizon 2020 terug te dringen zette de Commissie de afgelopen jaren een simplificatieslag in gang, die desondanks nog steeds tot teveel fouten leidt. Onderdeel van de simplificatie is de verdere uitrol van de lump sum aanpak binnen Horizon Europe. Hiermee krijgen onderzoekers een deel van de financiering als ze een werkpakket afronden, in plaats van een vergoeding voor gemaakte kosten die zeer specifiek bijgehouden moeten worden. Het kennisveld is meermaals kritisch geweest bij de verdere uitrol van de lump sum aanpak in dit stadium.

 

Mede geschreven door Vera van Vliet