Verschillende Europese onderzoekskoepels reageren op de consultatie over de afgelopen, huidige en toekomstige Europese onderzoeks- en innovatie Kaderprogramma's. De reacties leggen eigen klemtonen, maar vertonen ook overeenkomsten. Zo wordt onder andere benadrukt dat de financiering van Horizon niet teveel moet versplinteren in verschillende projecten, dat het VK en Zwitserland zo snel mogelijk moeten hertoetreden tot het programma en dat het budget stabiel moet blijven. Neth-ER houdt in onderstaand artikel de reacties voor u bij.


Veel gelijkenis in reacties onderzoeksgemeenschap op Horizon consultatie

Onderzoeksgemeenschap wil stabiel budget en snelle associatie

Veel stakeholders reageren op de consultatie over Horizon. De koepels zetten verschillende accenten in hun reacties, maar een aantal punten komen veelvuldig terug. Zo zijn de meeste onderzoekskoepels en organisaties het erover eens dat het budget van Horizon Europe stabieler moet zijn en versplintering door allerlei nieuwe instrumenten binnen het programma voorkomen moet worden. De organisaties vinden dat het programma complexer is geworden. Ook zijn de organisaties het erover eens dat de excellentie- en impactcriteria moeten worden gewaarborgd, en dat de (her)toetreding van Zwitserland en het VK in Horizon Europe prioriteit heeft. Ook Neth-ER staat achter deze punten, zo is te lezen in het position paper van Neth-ER over Horizon Europe.

Science Europe: balans verschillende typen onderzoek

Science Europe benoemt onder andere de noodzaak voor een goede balans tussen alle typen onderzoek in het programma. Daarnaast gaat de koepel van onderzoeksfinanciers in op de voortschrijdende hervorming van onderzoeksevaluatie. Volgens Science Europe is er reflectie nodig over hoe deze ontwikkeling een plaats kan krijgen in Horizon Europe en het toekomstige Kaderprogramma.

EUA: bevordering multidisciplinariteit

De European University Association  (EUA) benadrukt het belang van een multidisciplinaire onderzoeksaanpak. Volgens de universiteitenkoepel moet het makkelijker worden voor universiteiten om verschillende disciplines met elkaar te kunnen verbinden. Ook stipt EUA het belang van de sociale- en geesteswetenschappen aan. Daarnaast verwelkomt de koepel het open science beleid binnen Horizon Europe, maar ziet zij graag een versterking van ondersteunende maatregelen voor instellingen om de transitie te versnellen.

LERU wil ook synergie in de praktijk

De synergieën tussen verschillende financieringsprojecten moeten versterkt worden in de praktijk, aldus de League of European Research Universities (LERU). Nu komen synergieën vaak enkel terug in de retoriek van politici zonder dat er veel veranderd is in het nieuwe Kaderprogramma. Dit zal zowel via meer ondersteuning in de implementatie van projecten moeten gebeuren als tijdens de ontwikkeling en goedkeuring van projecten. De synergieën zouden er dan ook voor zorgen dat wideninglanden zich beter kunnen ontwikkelen binnen het Horizon programma. Verder pleiten ze ervoor dat het budget voor de ERC en MSCA verhoogd moet worden. Door de toegenomen inflatie worden de projecten niet tot hun volle potentie gerealiseerd en gaat de kwaliteit van de projecten omlaag, aldus LERU.

CESAER onderstreept belang lage TRLcriteria

CESAER en de EUA uiten in een gezamenlijk statement hun zorgen over de ongelijke verdeling van geldstromen in pijler twee van Horizon Europe. Financiering van fundamenteel onderzoek neemt namelijk af in vergelijking met financiering voor onderzoeksprojecten die al in een verder gevorderd stadium zijn van ontwikkeling en implementatie. Om innovatieve projecten te stimuleren benadrukt CESAER het belang van het financieren van lagere Technology Readiness Levels (TRL) in pijler twee.

Aurora wil langere looptijd projecten

Universiteitenkoepel Aurora is voorstander van een langere subsidieperiode voor projecten met een langere looptijd. Dit betreft bijvoorbeeld projecten die onderzoek doen naar langetermijngevolgen. Aurora pleit ook voor meer synergieën tussen het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en Horizon Europe voor O&I-projecten in wideninglanden en onderstreept daarnaast het belang van het betrekken van lokale actoren in onderzoeksprojecten.

The Guild: monitoren wideninginstrumenten

The Guild is positief over de wideningmogelijkheden binnen Horizon Europe. Wel geven ze aan dat de wideninginstrumenten beter gemonitord moeten worden om erachter te komen hoe effectief ze zijn, zoals de Europese Rekenkamer eerder ook aangaf. Dit gaat zowel om de oude als de nieuwe instrumenten, zoals de Excellence Hubs en de Hop-On. Verder is The Guild positief over de European Innovation Council (EIC), maar geeft ze wel aan dat de doelen en taken van de EIC beter gedefinieerd moeten worden. Dit moet gedaan worden in het kader van de Europese InnovatieAgenda. Ook moeten de EIC-projecten multidisciplinair zijn om innovatie te bevorderen op alle gebieden.

Coimbra vraagt om meer transparantie

Een andere universiteitenkoepel, Coimbra Group, pleit voor meer transparantie in de totstandkoming van werkprogramma’s. Ze maken zich zorgen over de verschillende manieren waarop stakeholders zoals universiteiten betrokken worden in de ontwikkeling van onderzoeksprojecten. Daarom pleit Coimbra ervoor om universiteiten van de juiste middelen te voorzien om input mee te kunnen geven in de ontwikkeling van het tiende Kaderporgramma. Ook willen ze graag dat alle conceptversies van werkprogramma’s openbaar toegankelijk zijn zodat elke belanghebbende deze op elk moment ten volle kan benutten.

YERUN: te sterke politieke invloed

De universiteitenkoepel Young European Research Universities Network (YERUN) stelt ook verschillende prioriteiten voor Horizon Europe. Zij waarschuwen onder andere voor een te sterke politieke invloed op de richting van wetenschappelijk onderzoek in het programma. YERUN benadrukt het belang van de vrijheid van onderzoekers zelf onderzoeksthema’s te bepalen.

ScienceBusiness: kleinere projecten

Het medium ScienceBusiness wil onder andere dat kleinschaligere O&I-projecten met minder partners een plaats krijgen in pijler 2 van het programma. Over de missies stelt ScienceBusiness dat het verschil tussen duidelijker aangegeven moet worden welke calls onder de missies vallen en welke niet. Daarnaast pleit zij voor het beter betrekken van nationale agentschappen en onderzoekers bij de missies.

ERRIN: definitie excellentie

Het European Regions Research and Innovation Network (ERRIN) ondersteunt het excellentiecriterium als leidend principe binnen het programma. Wel ziet zij graag een definitie daarvan totstandkomen, om de communicatie tussen verschillende R&I stakeholders te versimpelen. Daarnaast verwacht ERRIN dat een gemeenschappelijke definitie de koppeling met het impactcriterium versterkt en de versplintering van het O&I-ecosysteem tegengaat.

Context

Op 23 februari sloot de consultatie van de Commissie over de eindevaluatie van Horizon 2020 en de tussentijdse evaluatie van Horizon Europe. Het is de grootste publieke consultatie ooit gehouden in de geschiedenis van de Europese onderzoeks- en innovatieprogramma’s en ligt in lijn met de pogingen van de Commissie om Europese beleidsvorming te versimpelen. De consulatie is onderdeel van de voorbereidingen voor het volgende Europese onderzoeks- en innovatieprogramma dat in 2028 moet starten. Eerder reageerde onder andere EARTO op de consultatie.

Mede geschreven door Lieve Dessing.