11 februari 2021
Wat maakt een H2020-voorstel succesvol?
Joep Roet
Plaatsvervangend directeur
Stel uw vraag
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
11 februari 2021
Plaatsvervangend directeur
Meer informatie nodig? Stel uw vraag aan één van onze medewerkers
De ervaring van consortiumpartners is de voornaamste voorspeller of een H2020-voorstel succesvol is. Ook toepassingsgerichte consortia hebben een grotere kans van slagen. Dat blijkt uit een Nederlands-Oostenrijkse studie. Nieuwe deelnemers blijken lastig aansluiting te vinden, met name in de zogeheten widening-landen.
Een ervaren projectcoördinator geeft de grootste kans van slagen in een voorstel voor Horizon 2020 Dat blijkt uit een Nederlands-Oostenrijkse studie naar slagingskansen in de pijler Societal Challenges in de eerste drie jaar van Horizon 2020. Ook wetenschappelijke excellentie verhoogt de slaagkans, gemeten in de bijdrage van top 50-universiteiten aan een project. Verder blijken projecten met voornamelijk West-Europese partners vaak succes te hebben. De combinatie van ervaring en reputatie in succesvolle projecten toont dat Horizon 2020 slaagt als aanjager van excellentie, aldus de auteurs.
Nieuwe deelnemers vinden beperkt aansluiting bij het programma. Volgens de onderzoekers hebben projectvoorstellen een lagere kans van slagen als een groot aantal deelnemers uit Oost- of Centraal-Europa komt (de widening of EU13-landen). Dit is vermoedelijk eerder het gevolg van een gebrek aan ervaring in deze landen dan gesloten netwerken in West-Europa. Of partners eerder hebben samengewerkt heeft namelijk geen voorspellende waarde.
De deelname van universiteiten toont een gemengd beeld. Aan de ene kant bieden topuniversiteiten een grotere kans van slagen. Maar een te hoog aantal universiteiten verlaagt de kansen juist. Dit effect wordt versterkt door een neiging onder universiteiten om vooral met andere universiteiten samen te werken. Een consortium kan beter gedomineerd worden door bedrijven of onderzoeksorganisaties, zo blijkt. Vooral toegepaste onderzoeksorganisaties kunnen een brug vormen tussen de academische en de private wereld, wat zich vertaalt in hogere slagingspercentages.
De studie werd uitgevoerd door Iris Wanzenböck van de Universiteit Utrecht en onderzoekers van de Österreichische Forschungsförderungsgesellschaft FFG, de Oostenrijkse evenknie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De onderzoekers bekeken alle voorstellen voor de pijler Societal Challenges in Horizon 2020 tussen 2014 en 2016. Het gaat om meer dan 7.000 voorstellen met meer dan 23.000 consortiumpartners. Gemiddeld slaagt 12,4% van de projectvoorstellen binnen Horizon 2020. Nederland doet het bijzonder goed met een gemiddeld slagingspercentage van 17%. Een deel van de studie kwam al in 2019 naar voren in een policy brief van de onderzoekers.
REGISTER NOW: Neth-ER annual conference “Investing in Knowledge & Changing Global Perspectives”
Zaharieva overleeft hoorzitting: wat belooft zij aan het Parlement?
Parlement zet kennis op eerste plaats in Europese begroting 2025
ERA vordert, maar lijdt onder groot gebrek aan O&I investeringen