Subdossier: Widening participation
Het werkprogramma Spreading excellence and Widening Participation maakt onderdeel uit van Horizon Europe en is geworteld in het gedachtegoed dat Europa alleen als geheel concurrerend kan zijn op de wereldmarkt. Momenteel zijn er nog grote verschillen in onderzoek- en innovatieprestaties binnen de EU. Om toegang te krijgen tot de Europese onderzoeksgelden moeten minder presterende instellingen en regio’s ‘met potentieel’ eerst de juiste basisvoorzieningen en omstandigheden creëren om mee te kunnen doen aan de op excellentie gebaseerde Europese competitie.
Laatste ontwikkelingen
De vijftien widening-landen willen het budget voor widening in het volgende kaderprogramma verdubbelen. Dat schrijven ze in een brief aan de huidige en beoogde commissarissen voor onderzoek & innovatie.
Nederland doet het in 2024 goed binnen het widening-werkprogramma. 23 voorstellen waaraan Nederlandse universiteiten en onderzoekinstellingen deelnemen zijn geselecteerd voor nieuwe Twinning projecten onder het widening-programma. In totaal verdeelt de Europese Commissie €143 miljoen onder 96 nieuwe projecten. Dit jaar werd ook een nieuwe focusprioriteit gelanceerd: Twinning Green Deal.
Laatst geüpdatet: 14 oktober 2024
Beleidscontext: Waarom Spreading Excellence & Widening Participation?
Afgaande op het Europees Innovatiescorebord zijn er grote verschillen tussen landen op het gebied van onderzoek & innovatie. Waar Nederland en andere Noord- en West-Europese landen tot de sterke innovators behoren, scoren landen in Zuid- en Oost-Europa (onder)gemiddeld. Niet enkel op innovatieprestaties, maar ook op deelname aan het EU-Kaderprogramma scoren vooral de Centraal- en Oost-Europese landen slecht. Nederland haalde bijvoorbeeld meer gelden binnen uit Horizon 2020 dan alle lidstaten die na 2004 zijn toegetreden bij elkaar. Voor en na de toetreding van de nieuwe lidstaten in 2004 heeft de EU via de Europese Structuur-en Investeringsfondsen veel geïnvesteerd in de regionale ontwikkeling van deze landen, gericht op het vergroten van de cohesie tussen regio’s in Europa. Deze investeringen besloegen ook onderzoek & innovatie (O&I). Vanwege de aanhoudende innovatiekloof en achterblijvende deelname van bepaalde lidstaten introduceerde de Europese Commissie in Horizon 2020 het onderdeel Spreading Excellence & Widening Participation, gericht op het integreren van instellingen uit minder presenteerde landen in internationale netwerken, het vergroten van de onderzoekscapaciteit en het aanjagen van hervormingen. Dit wordt voortgezet in Horizon Europe.
Voor wie?
Het SEWP-onderdeel van Horizon Europe is bedoeld voor de zogenaamde widening-landen. Landen die ondermaats presteren op onderzoek & innovatie (lager dan 70% van het EU-gemiddelde) vallen in deze categorie. Organisaties uit deze landen mogen projecten uit het SEWP-onderdeel coördineren. In Horizon Europe zijn de widening-landen Bulgarije, Cyprus, Estland, Griekenland, Hongarije, Kroatië, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Tsjechië en de overzeese gebieden van Spanje en Frankrijk. Ook een aantal geassocieerde landen uit voornamelijk de Balkan en de buurschapslanden van de EU zijn aangemerkt als widening-land. Luxemburg behoort in Horizon Europe niet meer tot de widening-landen. Griekenland treedt juist toe.
Widening Participation: de instrumenten
Om de instellingen en regio’s te helpen de ‘Stairway to Excellence’ te beklimmen heeft de Europese Commissie in Horizon 2020 (programmaperiode 2014-2020) een aantal instrumenten geïntroduceerd:
- Het ERA Chairs-instrument stelt universiteiten en onderzoeksinstellingen ‘met potentieel’ in staat om toponderzoekers aan te trekken. De instellingen kunnen hierdoor expertise ontwikkelen om internationaal beter te concurreren. Binnen een ERA Chair is er financiering voor het aantrekken van een toponderzoeker, een team en voor het ondersteunen van structurele aanpassingen bij de gastinstelling.
- Twinning is het verbinden van ten minste twee excellente onderzoeksinstituten met een instelling ‘met potentieel’ op een specifiek onderzoeksveld. Ook hier geldt dat de instelling hiermee zijn expertise verder kan uitbreiden, maar de nadruk ligt hier meer op Human Resources. Binnen dit instrument worden activiteiten gefinancierd die bijdragen aan het versterken van de uitwisseling en de samenwerking. Denk hierbij aan de organisatie van conferenties, stafuitwisselingen of een joint summer school. Het voorgenoemde ERA Chairs en Twinning werden positief geëvalueerd tijdens een interim-evaluatie, al vormen de instrumenten volgens de auteurs geen wondermiddel voor structurele problemen zoals gebrek aan nationale financiering.
- Teaming is het koppelen van excellente instituten met instellingen die potentieel hebben. Het doel is om een centre of excellence op te zetten in de regio van de instelling ‘met potentieel’. Binnen teaming zijn er twee financieringsfasen. De eerste fase financiert het voorbereidende proces, dus het ontwikkelen en uitwerken van een businessplan. Alle voorstellen uit de eerste fase doen automatisch mee aan de tweede fase. In de tweede fase krijgen alleen de beste voorstellen financiering voor de start- en implementatiefase van het centre of excellence.
- COST (European Cooperation in Science and Technology) ondersteunt de samenwerking tussen Europese onderzoekers en wetenschappers. Volgens de Europese Commissie, kan COST een grote rol spelen bij het verspreiden van excellentie en het ontwikkelen van de ‘stairway to excellence’. Daarom wordt de helft van het COST-budget uitgegeven worden aan Widening Participation-activiteiten. COST zal zich focussen op het verbeteren van onderzoekscapaciteit van instellingen ‘met potentieel’. Het voornaamste instrument, de COST Actions, creëeren interdisciplinaire onderzoeksnetwerken die niet enkel wetenschappers, maar ook stakeholders uit het mkb, overheden, consultancybureaus en andere maatschappelijke organisaties samenbrengen. Vier jaar lang doen zij onderzoek naar een opkomend wetenschappelijk onderwerp dat de indiener van de Action zelf kiest. De netwerken worden gekarakteriseerd door hun openheid, aangezien je op elk moment in de eerste drie jaar van de loopduur van het project nog mag aansluiten.
- Een Policy Support Facility (PSF) kan overheden helpen bij het ontwerpen, uitvoeren en implementeren van het onderzoek en innovatie (O&I) beleid. De PSF levert expertadvies aan nationale en regionale overheden. Dit gebeurt nadrukkelijk op vrijwillige basis. Het opzetten van het platform wordt gefinancierd uit Societal Challenge 6: inclusive, innovative and reflective societies en bedraagt € 6 miljoen. De voor 2015 geplande ‘innovatieve missies’, bedoeld om autoriteiten van advies te voorzien, worden bekostigd uit Widening Participation en bedragen € 1 miljoen.
- De Seal of Excellence werd in 2015 gelanceerd als pilot voor projecten onder het SME Instrument. Met dit concept wil de Europese Commissie veelbelovende projecten een tweede kans gunnen bij andere onderzoeksfondsen, bijvoorbeeld bij nationale of regionale fondsen. De Seal of Excellence is in de loop van H2020 uitgebreid naar bijv. MSCA, ERC en de EIC. Ook is er onder H2020 een pilot gestart met Widening Fellowships, waarbij MSCA-projecten met een Seal of Excellence gefinancierd worden uit het widening-budget. De afgelopen jaren zijn steeds meer nationale en regionale overheden het concept van de Seal of Excellence gaan erkennen en financieren via programma’s. In Nederland financiert enkel het Leiden UMC vier onderzoekers per jaar via de MSCA Seal of Excellence.
Widening Participation in Horizon Europe
Recent is het nieuwe Europese Kaderprogramma gestart, Horizon Europe, waarin het programmaonderdeel Widening Participation and Spreading Excellence (SEWP) opnieuw is opgenomen. In Horizon Europe is het programmaonderdeel samengevoegd met Strengthening the European Research Area (WIDERA). Hiermee wordt het programma ook in lijn gebracht met één van de beleidsacties van de Europese Onderzoeksruimte, namelijk een betere toegang tot excellentie. Het budget voor het onderdeel SEWP is in de programmaperiode 2021-2027 verhoogd van 1,1% tot 3,3% van het totale Horizon Europe-budget, onder druk van zowel het Parlement als verschillende lidstaten in de Raad. In Horizon Europe zijn een aantal vernieuwingen toegepast:
- De basisinstrumenten keren op basis van geleerde lessen in verbeterde versie terug. Voor Twinning en de ERA Chairs zal er bijvoorbeeld meer geld voor onderzoek en apparatuur beschikbaar zijn en komt er een sterkere focus op onderzoeksmanagementvaardigheden. Teaming zal in Horizon Europe beoordeeld worden via één doorlopende procedure in plaats van een two stage-call, ook zullen er vanwege de herziening van de Algemene Groepsvrijstellingverordening meer synergieën mogelijk zijn tussen het cohesiebeleid en Horizon Europe. Dat is belangrijk, want volgens de nieuwe regels moet de Horizon-financiering aangevuld worden met eenzelfde bedrag uit andere financieringsbronnen als het cohesiebeleid. COST zal in versterkte versie doorgang vinden onder Horizon Europe met meer COST Actions; onlangs ondertekenden de Commissie en COST hun partnerschapsovereenkomst.
- Horizon Europe introduceert de Hop-On faciliteit: een idee van het Europees Parlement. Het instrument moet ervoor zorgen dat instellingen uit widening-landen gemakkelijker kunnen aansluiten bij gehonoreerde Horizon-projecten binnen Global Challenges of EIC Pathfinder. Daar ligt een grote rol voor partners en de coördinator van het project zelf, gezien zij besluiten tot integratie van een extra deelnemer in het project.
- De Europese Commissie introduceert ook Excellence Hubs, met als doel innovatie-excellentie in regionale ecosystemen te stimuleren, door samenwerking tussen onderzoeksorganisaties en het bedrijfsleven te verbeteren. Het initiatief zal 2 of 3 regionale innovatie-ecosystemen in verscheidene widening-landen verbinden. Ook deelnemers of innovatie-ecosystemen uit niet-widening landen kunnen deelnemen voorhet leveren van specifieke expertise of vanwege betrokkenheid in een waardeketen.
- Het nieuwe Europees Excellentie-initiatief beoogt, geïnspireerd op het Europese Universiteiten-initiatief, de hoger onderwijssector en omringende ecosystemen te hervormen in widening-landen. Naast het stimuleren van hervormingen moet het initiatief ook investeringen van regionale overheden genereren en onderzoeksactiviteiten in strategisch relevante domeinen. In 2021 organiseerde zij vast een voorbereidende actie gericht op capaciteitsopbouw van hoger onderwijsinstellingen. Vanaf 2023 zal zij het volledige initiatief lanceren dat gekoppeld zal worden aan het Europees Universiteiten-initiatief.
- De Commissie introduceert ERA Fellowships in Horizon Europe, voortbouwend op de pilot in Horizon 2020. Onderzoekers die een Seal of Excellence ontvingen voor hun aanmelding voor een individuele MSCA-beurs, maar geen financiering ontvingen, kunnen via deze weg alsnog hun MSCA-beurs verkrijgen. Ieder jaar kan de Commissie vijftig onderzoekers ondersteunen. Daarnaast verkent de Commissie het initiatief ERA Talents, die als doel hebben talentvolle onderzoekers, managers of operators via beurzen naar instellingen in widening-landen te verleiden. De Commissie wacht echter nog op de resultaten van een studie naar brain drain in Europa vooraleer zij het initiatief mag starten.
- Het netwerk van Nationale Contactpunten (NCP’s) voor het SEWP-onderdeel wordt opgeschaald en zal in Horizon Europe ook een ondersteuningsstructuur herbergen voor het vooraf checken van en adviseren over voorstellen.
- In Horizon Europe zoekt de Commissie meer mogelijkheden tot synergieën met het cohesiebeleid. Dit zou zeker de widening-landen die veel cohesiegelden ontvangen moeten helpen om de impact van beide programma’s te verhogen. In de nieuwe programmaperiode zijn er extra mogelijkheden tot synergieën tussen de fondsen. Ook de staatssteunregels voor projecten met een Seal of Excellence en Teaming-projecten zijn herzien, waardoor de meldplicht vervalt. Tenslotte toog de Commissie een nieuw Interregional Innovation Investment-instrument op onder het cohesiebeleid, gericht op het opbouwen van grensoverschrijdende innovatieve waardeketens. Het instrument is deels gericht op samenwerking met en tussen minder ontwikkelde regio’s en bevat potentieel voor synergieën met Horizon Europe.
Toegang tot excellentie prioriteit Europese Onderzoeksruimte
Het vergroten van de toegang tot excellentie van minder presterende landen op het gebied van O&I is een prioriteit binnen de vernieuwde Europese Onderzoeksruimte en een van de twintig beleidsacties. Een doelstelling voor widening-landen om de komende vijf jaar tot 50 procent van het bruto binnenlandsproduct meer te investeren in O&I werd door diezelfde lidstaten jammerlijk geschrapt tijdens de onderhandelingen over het ERA Pact. Het beschreven SEWP-onderdeel, het cohesiebeleid, het Strengthening the European Research Area-onderdeel en regionale en nationale inspanningen moeten uitvoering geven aan de doelstelling. De doelen zijn het aanmoedigen van institutionele hervormingen, het mobiliseren van investeringen, het verbinden van actoren met internationaal gelauwerde instellingen, verhoogde deelname aan internationale samenwerkingsprojecten en het opzetten van innovatieecosystemen.
Laatste ontwikkelingen
De vijftien widening-landen willen het budget voor widening in het volgende kaderprogramma verdubbelen. Dat schrijven ze in een brief aan de huidige en beoogde commissarissen voor onderzoek & innovatie.
Nederland doet het in 2024 goed binnen het widening-werkprogramma. 23 voorstellen waaraan Nederlandse universiteiten en onderzoekinstellingen deelnemen zijn geselecteerd voor nieuwe Twinning projecten onder het widening-programma. In totaal verdeelt de Europese Commissie €143 miljoen onder 96 nieuwe projecten. Dit jaar werd ook een nieuwe focusprioriteit gelanceerd: Twinning Green Deal.
Laatst geüpdatet: 14 oktober 2024
Beleidscontext: Waarom Spreading Excellence & Widening Participation?
Afgaande op het Europees Innovatiescorebord zijn er grote verschillen tussen landen op het gebied van onderzoek & innovatie. Waar Nederland en andere Noord- en West-Europese landen tot de sterke innovators behoren, scoren landen in Zuid- en Oost-Europa (onder)gemiddeld. Niet enkel op innovatieprestaties, maar ook op deelname aan het EU-Kaderprogramma scoren vooral de Centraal- en Oost-Europese landen slecht. Nederland haalde bijvoorbeeld meer gelden binnen uit Horizon 2020 dan alle lidstaten die na 2004 zijn toegetreden bij elkaar. Voor en na de toetreding van de nieuwe lidstaten in 2004 heeft de EU via de Europese Structuur-en Investeringsfondsen veel geïnvesteerd in de regionale ontwikkeling van deze landen, gericht op het vergroten van de cohesie tussen regio’s in Europa. Deze investeringen besloegen ook onderzoek & innovatie (O&I). Vanwege de aanhoudende innovatiekloof en achterblijvende deelname van bepaalde lidstaten introduceerde de Europese Commissie in Horizon 2020 het onderdeel Spreading Excellence & Widening Participation, gericht op het integreren van instellingen uit minder presenteerde landen in internationale netwerken, het vergroten van de onderzoekscapaciteit en het aanjagen van hervormingen. Dit wordt voortgezet in Horizon Europe.
Voor wie?
Het SEWP-onderdeel van Horizon Europe is bedoeld voor de zogenaamde widening-landen. Landen die ondermaats presteren op onderzoek & innovatie (lager dan 70% van het EU-gemiddelde) vallen in deze categorie. Organisaties uit deze landen mogen projecten uit het SEWP-onderdeel coördineren. In Horizon Europe zijn de widening-landen Bulgarije, Cyprus, Estland, Griekenland, Hongarije, Kroatië, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Tsjechië en de overzeese gebieden van Spanje en Frankrijk. Ook een aantal geassocieerde landen uit voornamelijk de Balkan en de buurschapslanden van de EU zijn aangemerkt als widening-land. Luxemburg behoort in Horizon Europe niet meer tot de widening-landen. Griekenland treedt juist toe.
Widening Participation: de instrumenten
Om de instellingen en regio’s te helpen de ‘Stairway to Excellence’ te beklimmen heeft de Europese Commissie in Horizon 2020 (programmaperiode 2014-2020) een aantal instrumenten geïntroduceerd:
- Het ERA Chairs-instrument stelt universiteiten en onderzoeksinstellingen ‘met potentieel’ in staat om toponderzoekers aan te trekken. De instellingen kunnen hierdoor expertise ontwikkelen om internationaal beter te concurreren. Binnen een ERA Chair is er financiering voor het aantrekken van een toponderzoeker, een team en voor het ondersteunen van structurele aanpassingen bij de gastinstelling.
- Twinning is het verbinden van ten minste twee excellente onderzoeksinstituten met een instelling ‘met potentieel’ op een specifiek onderzoeksveld. Ook hier geldt dat de instelling hiermee zijn expertise verder kan uitbreiden, maar de nadruk ligt hier meer op Human Resources. Binnen dit instrument worden activiteiten gefinancierd die bijdragen aan het versterken van de uitwisseling en de samenwerking. Denk hierbij aan de organisatie van conferenties, stafuitwisselingen of een joint summer school. Het voorgenoemde ERA Chairs en Twinning werden positief geëvalueerd tijdens een interim-evaluatie, al vormen de instrumenten volgens de auteurs geen wondermiddel voor structurele problemen zoals gebrek aan nationale financiering.
- Teaming is het koppelen van excellente instituten met instellingen die potentieel hebben. Het doel is om een centre of excellence op te zetten in de regio van de instelling ‘met potentieel’. Binnen teaming zijn er twee financieringsfasen. De eerste fase financiert het voorbereidende proces, dus het ontwikkelen en uitwerken van een businessplan. Alle voorstellen uit de eerste fase doen automatisch mee aan de tweede fase. In de tweede fase krijgen alleen de beste voorstellen financiering voor de start- en implementatiefase van het centre of excellence.
- COST (European Cooperation in Science and Technology) ondersteunt de samenwerking tussen Europese onderzoekers en wetenschappers. Volgens de Europese Commissie, kan COST een grote rol spelen bij het verspreiden van excellentie en het ontwikkelen van de ‘stairway to excellence’. Daarom wordt de helft van het COST-budget uitgegeven worden aan Widening Participation-activiteiten. COST zal zich focussen op het verbeteren van onderzoekscapaciteit van instellingen ‘met potentieel’. Het voornaamste instrument, de COST Actions, creëeren interdisciplinaire onderzoeksnetwerken die niet enkel wetenschappers, maar ook stakeholders uit het mkb, overheden, consultancybureaus en andere maatschappelijke organisaties samenbrengen. Vier jaar lang doen zij onderzoek naar een opkomend wetenschappelijk onderwerp dat de indiener van de Action zelf kiest. De netwerken worden gekarakteriseerd door hun openheid, aangezien je op elk moment in de eerste drie jaar van de loopduur van het project nog mag aansluiten.
- Een Policy Support Facility (PSF) kan overheden helpen bij het ontwerpen, uitvoeren en implementeren van het onderzoek en innovatie (O&I) beleid. De PSF levert expertadvies aan nationale en regionale overheden. Dit gebeurt nadrukkelijk op vrijwillige basis. Het opzetten van het platform wordt gefinancierd uit Societal Challenge 6: inclusive, innovative and reflective societies en bedraagt € 6 miljoen. De voor 2015 geplande ‘innovatieve missies’, bedoeld om autoriteiten van advies te voorzien, worden bekostigd uit Widening Participation en bedragen € 1 miljoen.
- De Seal of Excellence werd in 2015 gelanceerd als pilot voor projecten onder het SME Instrument. Met dit concept wil de Europese Commissie veelbelovende projecten een tweede kans gunnen bij andere onderzoeksfondsen, bijvoorbeeld bij nationale of regionale fondsen. De Seal of Excellence is in de loop van H2020 uitgebreid naar bijv. MSCA, ERC en de EIC. Ook is er onder H2020 een pilot gestart met Widening Fellowships, waarbij MSCA-projecten met een Seal of Excellence gefinancierd worden uit het widening-budget. De afgelopen jaren zijn steeds meer nationale en regionale overheden het concept van de Seal of Excellence gaan erkennen en financieren via programma’s. In Nederland financiert enkel het Leiden UMC vier onderzoekers per jaar via de MSCA Seal of Excellence.
Widening Participation in Horizon Europe
Recent is het nieuwe Europese Kaderprogramma gestart, Horizon Europe, waarin het programmaonderdeel Widening Participation and Spreading Excellence (SEWP) opnieuw is opgenomen. In Horizon Europe is het programmaonderdeel samengevoegd met Strengthening the European Research Area (WIDERA). Hiermee wordt het programma ook in lijn gebracht met één van de beleidsacties van de Europese Onderzoeksruimte, namelijk een betere toegang tot excellentie. Het budget voor het onderdeel SEWP is in de programmaperiode 2021-2027 verhoogd van 1,1% tot 3,3% van het totale Horizon Europe-budget, onder druk van zowel het Parlement als verschillende lidstaten in de Raad. In Horizon Europe zijn een aantal vernieuwingen toegepast:
- De basisinstrumenten keren op basis van geleerde lessen in verbeterde versie terug. Voor Twinning en de ERA Chairs zal er bijvoorbeeld meer geld voor onderzoek en apparatuur beschikbaar zijn en komt er een sterkere focus op onderzoeksmanagementvaardigheden. Teaming zal in Horizon Europe beoordeeld worden via één doorlopende procedure in plaats van een two stage-call, ook zullen er vanwege de herziening van de Algemene Groepsvrijstellingverordening meer synergieën mogelijk zijn tussen het cohesiebeleid en Horizon Europe. Dat is belangrijk, want volgens de nieuwe regels moet de Horizon-financiering aangevuld worden met eenzelfde bedrag uit andere financieringsbronnen als het cohesiebeleid. COST zal in versterkte versie doorgang vinden onder Horizon Europe met meer COST Actions; onlangs ondertekenden de Commissie en COST hun partnerschapsovereenkomst.
- Horizon Europe introduceert de Hop-On faciliteit: een idee van het Europees Parlement. Het instrument moet ervoor zorgen dat instellingen uit widening-landen gemakkelijker kunnen aansluiten bij gehonoreerde Horizon-projecten binnen Global Challenges of EIC Pathfinder. Daar ligt een grote rol voor partners en de coördinator van het project zelf, gezien zij besluiten tot integratie van een extra deelnemer in het project.
- De Europese Commissie introduceert ook Excellence Hubs, met als doel innovatie-excellentie in regionale ecosystemen te stimuleren, door samenwerking tussen onderzoeksorganisaties en het bedrijfsleven te verbeteren. Het initiatief zal 2 of 3 regionale innovatie-ecosystemen in verscheidene widening-landen verbinden. Ook deelnemers of innovatie-ecosystemen uit niet-widening landen kunnen deelnemen voorhet leveren van specifieke expertise of vanwege betrokkenheid in een waardeketen.
- Het nieuwe Europees Excellentie-initiatief beoogt, geïnspireerd op het Europese Universiteiten-initiatief, de hoger onderwijssector en omringende ecosystemen te hervormen in widening-landen. Naast het stimuleren van hervormingen moet het initiatief ook investeringen van regionale overheden genereren en onderzoeksactiviteiten in strategisch relevante domeinen. In 2021 organiseerde zij vast een voorbereidende actie gericht op capaciteitsopbouw van hoger onderwijsinstellingen. Vanaf 2023 zal zij het volledige initiatief lanceren dat gekoppeld zal worden aan het Europees Universiteiten-initiatief.
- De Commissie introduceert ERA Fellowships in Horizon Europe, voortbouwend op de pilot in Horizon 2020. Onderzoekers die een Seal of Excellence ontvingen voor hun aanmelding voor een individuele MSCA-beurs, maar geen financiering ontvingen, kunnen via deze weg alsnog hun MSCA-beurs verkrijgen. Ieder jaar kan de Commissie vijftig onderzoekers ondersteunen. Daarnaast verkent de Commissie het initiatief ERA Talents, die als doel hebben talentvolle onderzoekers, managers of operators via beurzen naar instellingen in widening-landen te verleiden. De Commissie wacht echter nog op de resultaten van een studie naar brain drain in Europa vooraleer zij het initiatief mag starten.
- Het netwerk van Nationale Contactpunten (NCP’s) voor het SEWP-onderdeel wordt opgeschaald en zal in Horizon Europe ook een ondersteuningsstructuur herbergen voor het vooraf checken van en adviseren over voorstellen.
- In Horizon Europe zoekt de Commissie meer mogelijkheden tot synergieën met het cohesiebeleid. Dit zou zeker de widening-landen die veel cohesiegelden ontvangen moeten helpen om de impact van beide programma’s te verhogen. In de nieuwe programmaperiode zijn er extra mogelijkheden tot synergieën tussen de fondsen. Ook de staatssteunregels voor projecten met een Seal of Excellence en Teaming-projecten zijn herzien, waardoor de meldplicht vervalt. Tenslotte toog de Commissie een nieuw Interregional Innovation Investment-instrument op onder het cohesiebeleid, gericht op het opbouwen van grensoverschrijdende innovatieve waardeketens. Het instrument is deels gericht op samenwerking met en tussen minder ontwikkelde regio’s en bevat potentieel voor synergieën met Horizon Europe.
Toegang tot excellentie prioriteit Europese Onderzoeksruimte
Het vergroten van de toegang tot excellentie van minder presterende landen op het gebied van O&I is een prioriteit binnen de vernieuwde Europese Onderzoeksruimte en een van de twintig beleidsacties. Een doelstelling voor widening-landen om de komende vijf jaar tot 50 procent van het bruto binnenlandsproduct meer te investeren in O&I werd door diezelfde lidstaten jammerlijk geschrapt tijdens de onderhandelingen over het ERA Pact. Het beschreven SEWP-onderdeel, het cohesiebeleid, het Strengthening the European Research Area-onderdeel en regionale en nationale inspanningen moeten uitvoering geven aan de doelstelling. De doelen zijn het aanmoedigen van institutionele hervormingen, het mobiliseren van investeringen, het verbinden van actoren met internationaal gelauwerde instellingen, verhoogde deelname aan internationale samenwerkingsprojecten en het opzetten van innovatieecosystemen.