Dossier: Digitalisering
Digitalisering is één van de twee topprioriteiten van de Commissie Von der Leyen, naast de Green Deal. De Commissie wil dat datatechnologieën en kunstmatige intelligentie ingezet worden om maatschappelijke problemen aan te pakken. Het aanleren van relevante digitale vaardigheden en toegang tot kwalitatief onderwijs op dit gebied zal hierbij een belangrijke rol spelen. De huidige Commissie heeft het target dat in 2025 70% van de volwassenen daarom basale digitale vaardigheden hebben (momenteel 56% volgens de laatste DESI). De digitale transformatie van de maatschappij en de economie zijn ook van groot belang voor de onderzoekssector, met name als het gaat om het gebruik van data, kunstmatige intelligentie, gezondheidszorg en innovatie.
Laatste ontwikkelingen
Blended learning biedt veel kansen in het onderwijs. Door op de juiste manier digitaal en traditioneel onderwijs te combineren, kunnen onderwijsinstellingen hun studenten meer vaardigheden bijbrengen. Dat staat in een rapport van het European Expert Network on Economics of Education (EENEE). Wel moeten instellingen en docenten werken aan enkele randvoorwaarden om de vruchten van blended learning te kunnen plukken.
De Europese Commissie ondertekende het Kaderverdrag van de Raad van Europa inzake kunstmatige intelligentie en mensenrechten, democratie en de rechtstaat. Dit is het eerste juridisch bindende internationale verdrag inzake AI. Het verdrag ligt in lijn met de eerder aangenomen EU AI Act.
De Europese Unie moet meer doen om academische vrijheid te verbeteren, het lerarentekort aan te pakken en digitale technologieën in het onderwijs te verbeteren. Daarnaast moet het Erasmus+-programma uitgebreid worden op thema’s als inclusie, de digitale en groene transities en de Teacher Academies. De Commissie Cultuur en Onderwijs (CULT) van het Europees Parlement geeft in een rapport haar aanbevelingen over de toekomst van het EU-onderwijs-, jeugd- en sportbeleid: CULT vindt dat de EU meer moet doen om de integratie van digitale technologiën in het onderwijs te verbeteren.
Laatste update: 11 oktober 2024
Digitale strategie
Ondertussen is de Commissie bezig met digitale partnerschappen in Azië: zo is er met Singapore een uniek diepgaand handelsverdrag voor vrije datastromen beklonken en heeft ze met Japan een gezamenlijk onderzoeksprogramma voor chips opgezet, waar dataruimten, high performance computing en kunstmatige intelligentie onder vallen.
In maart 2021 publiceerde de Commissie haar digitale kompas, waarin het verschillende ambities opneemt op het gebied van vaardigheden, digitale professionals, digitale rechten, infrastructuren en voor het mkb en de overheid. Hoewel de Commissie maar een beperkt budget heeft, onder andere via het Digital Europe Programma om al deze ambities waar te maken, zet ze in op het stimuleren van meerlandenprojecten, waarin lidstaten kunnen meedingen (mede met financiering van het corona herstelfonds). In het bestuurskader van het digitale kompas is ook een nieuw initiatief gelanceerd van Europese consortia voor digitale infrasturen voor de opzet en uitvoering van de meerlandenprojecten.
Leidend voor het digitale kompas is de overkoepelde digitale strategie van februari 2020. De digitale strategie ‘Shaping Europe’s digital future’ van de Commissie Von der Leyen moet van Europa een digitaal continent maken zonder morele compromissen te sluiten, bijvoorbeeld op het gebied van privacy. De strategie kent twee speerpunten: data en kunstmatige intelligentie. Een nieuwe datastrategie moet het uitwisselen en (her)gebruiken van data vergemakkelijken. Uitganspunt zijn de bergen data die overheden en grote organisaties verzamelen maar niet gebruiken. Volgens de Commissie kan een data space deze data per sector ontsluiten. Op het gebied van AI wil de Commissie enerzijds de Europese onderzoekscapaciteiten versterken en anderzijds het vertrouwen van de burger winnen door strengere handhaving.
Volgens de EIT scoort de EU momenteel onder gemiddeld op haar eigen Digitale Kompas-doelen voor 2030, zowel op het gebied van digitale basisvaardigheden als ook op specialistische vaardigheden.
Het Parlement en de Raad hebben een akkoord bereikt over het Digital Decade 2030 beleidsprogramma. Dit programma versterkt Europa’s digitale positie richting 2030, aan de hand van inclusief en duurzaam digitaal beleid, waarin de burger cenraal staat. Het programma stelt concrete digitale doelstellingen op het gebied van vaardigheden, veilige infrastructuren en voor de digitale transitie van bedrijven en openbare diensten. De Commissie monitort voortgang via de Digital Economy and Society Index (DESI), en brengt jaarlijks een ‘State of the Digital Decade'-verslag uit.
Digitale wetgeving
De Commissie heeft onder ERA Prioriteit 2 een actie opgenomen om een analyse te doen naar de impact van bestaande (Copyright Directive) en nieuwe digitale wetgeving voor de onderzoekssector (waaronder de DSA, en de nieuwe Datawet). De UvA pleitte in 2020 al voor een Europese Digital University Act om onafhankelijk onderzoek en vrije toegang van data en publicaties te beschermen.
De Commissie heeft verschillende grote wetgevingsinitiatieven lopen op het gebied van digitalisering, waarvan een aantal ook relevant zijn voor de onderwijs- en onderzoekssector. Meest in het oog springend zijn de Digital Services Act (DSA) & Digital Markets Act (DMA) en de Data Act.
Onderzoeks- en hogeronderwijsinstellingen gaan op bescheiden schaal last hebben van de Digital Services Act (DSA). Dat blijkt uit twee onderzoeken. De DSA kan ertoe kan leiden dat onderzoeks- en onderwijsorganisaties Europese servers zullen mijden. Indien de DSA namelijk wel toepasbaar is op kennisinstellingen, dan zullen enkele maatregelen in de DSA zo veeleisend zijn dat niet-Europese partijen eieren voor gun geld kiezen, aldus het onderzoek. Het onderzoek beveelt daarom aan om het kennisveld expliciet uit te sluiten van de DSA.
AI
De AI Act is op 1 augustus 2024 in werking getreden. Deze Act moet een regulatiekader zijn voor kunstmatige intelligentie in de EU en bijdragen aan ethische innovatie. In Q2 wenst de Commissie de eerste code of practice klaar te hebben voor ethische en veilige general purpose AI-modellen. Ook is ze bezig met het uitbreiden van de AI-fabrieken: anderhalf jaar lang zullen er calls open staan voor het creëren of hosten van een AI-fabriek en worden er externe experts gezocht om te helpen. Deze fabrieken worden gemanaged vanuit het nieuwe Europese AI Office en moeten de toegang en het gebruik van supercomputers democratiseren, specifiek voor onderzoekers en startups. Het AI Office heeft onder meer als taak de AI Act te implementeren en risico’s te beperken.
AI gaat onderwijzers niet vervangen, maar hun mogelijkheden juist enorm vergroten. Dat staat in de langverwachte ‘Ethical guidelines on the use of artificial intelligence (AI) and data in teaching and learning for Educators’. De Commissie wil met deze richtsnoeren bewustzijn over het gebruik en de mogelijke risico’s van AI en data in het onderwijs vergroten. Bijvoorbeeld door veel voorkomende misvattingen over AI en data te ontkrachten. De richtsnoeren vormen een aanvulling op eerdere inspanningen voor promotie van AI en data in het onderwijs. Een doel uit het Digital Education Action Plan is bijvoorbeeld het bijbrengen van de juiste AI-vaardigheden, voor het gebruik van AI-toepassingen in de praktijk. Daarnaast is de ontwikkeling van een centraal platform voor AI een van de doelen in het werkprogramma van het nieuwe Digital Europe programma.
Digitalisering in onderwijs
Op het gebied van onderwijs zal 2022 in het teken staan van de lancering van de Digital Education Hub en de onderhandelingen over twee Raadsaanbevelingen; Improving the provision of digital skills in education and training over ontwikkeling en waarborging van digitale vaardigheden en de tweede Digital education – enabling factors for success zich richt op beleidshervormingen die nodig zijn om digitaal onderwijs voor iedereen toegankelijk te maken.
De Commissie publiceerde in april 2022 twee Raadsaanbevelingen over digitaal onderwijs en digitale vaardigheden. De eerste Raadsaanbeveling gaat in op de ‘key enabling factors for successful digital education and training’. De tweede Raadsaanbeveling legt de focus op ‘improving the provision of digital skills in education and training’. Ook wil de Commissie een High-Level Group on Digital Education and Skills opzetten. Deze groep zal zich focussen op de beoordeling en certificering van digitale vaardigheden, curriculumontwikkeling en kwaliteitseisen van digitale vaardigheden. In 2024 moet een Digital Skills Certificate erkenning in heel Europa gemakkelijk mogelijk maken.
Digitalisering in de Europese Onderwijsruimte
In de nieuwe Europese Onderwijsruimte, waarvan de Mededeling in september 2020 werd gepresenteerd door de Commissie, wordt aandacht besteed aan digitale vaardigheden. Zowel jongeren als volwassenen zouden toegang moeten hebben tot kwalitatief onderwijs en een basisniveau van digitale geletterdheid moeten kunnen ontwikkelen. Ook kunnen digitale platformen worden ingezet om leermateriaal openlijk toegankelijk te maken en zouden massive open online courses (MOOCs) vaker kunnen worden aangewend. Dit is hard nodig, want meer training in digitale vaardigheden zijn nodig om de 2030-doelen te bereiken, blijkt uit het DESI 2021 rapport.
De Commissie sloot eind 2022 de consultatie voor de Raadsaanbevelingen over digitaal onderwijs en digitale vaardigheden gesloten. Deze raadsaanbevelingen zijn een belangrijk onderdeel in de weg naar de Europese onderwijsruimte. Neth-ER reageerde in samenwerking met OCW via een white paper. Hierin staat dat een coherente aanpak van alle onderwijssectoren op het gebied van de digitale transformatie cruciaal is. Daarnaast is bij samenwerking op het gebied van open-source infrastructuren een groot toegankelijk netwerk van belang. Dit maakt het makkelijker om onderwijsmiddelen te delen en verbetert de onderwijskwaliteit. Met het oog op inclusie en diversiteit is het uitgangspunt voor de overheid is de positie van de leerling: die staat centraal en bepaalt of de inhoud en kwaliteit van het onderwijs goed genoeg is.
Ook verschillende Europese kenniskoepels reageerden op de consultaties. Zo legden de koepels All European Academies (ALLEA) en European Universities Association (EUA) de nadruk op het adequaat opleiden van leerkrachten. Als zij immers onvoldoende digitale vaardigheden bezitten, dan stokt de digitale transitie in het onderwijs. Leraren hebben ondersteuning nodig om technologische innovaties kritisch te kunnen evalueren en toe te passen in hun lessen, stelt ALLEA. In een aparte reactie pleit de EUA voor meer verantwoordelijkheid voor universiteiten om de studenten te begeleiden bij het ontwikkelen in een veranderende digitale samenleving. Ook dat begint bij leerkrachten, aldus de universiteitenkoepel.
Actieplan voor digitaal onderwijs
De Commissie heeft ook een update van het actieplan voor digitaal onderwijs (DEAP, naar de Engelse benaming ‘Digital Education Action Plan’) aangenomen tegelijkertijd met de Mededeling voor de Europese Onderwijsruimte. Deze bouwt voort op het DEAP dat in 2018 werd gepresenteerd. Het DEAP benoemt de acties die de Commissie wil ondernemen om digitalisering in het onderwijs te versterken. Daarbij zet zij in op twee strategische prioriteiten: enerzijds het versterken van een digitaal Europees ecosysteem en het beter inzetten van digitale technologieën in het onderwijs; anderzijds het versterken van digitale competenties onder de Europese bevolking. Daarnaast wordt er een European Digital Education Hub opgericht. Deze moet de ontwikkeling van beleid ondersteunen en helpen bij het monitoren van de implementatie van het DEAP.
De Commissie heeft in 2022 de European Digital Education Hub gelanceerd. De Hub is een online platform waar iedereen die bezig is met digitaal onderwijs, hun dagelijkse ervaringen en innovatieve ideeën kunnen uitwisselen. De Hub moet zodoende een Europese praktijkgemeenschap rondom digitalisering in het onderwijs teweeg brengen. De European Digital Education Hub is een van de plannen die eerder in het Digital Education Action Plan werd omschreven.
Digitalisering in onderzoek
Digital Europe
Het Digital Decade rapport van 2024 legde de loep op de voortgang in digitalisering, EU-wijd en per lidstaat. Via de country reports spoort de Commissie de lidstaten aan om aanpassingen te maken aan hun digitaliseringsstrategieën en onderlinge samenwerking op te voeren om zo snel mogelijk de doelstellingen van het Digitale Kompas te behalen. Hoewel Nederland goede infrastructuur heeft en de bevolking beschikt over digitale basisvaardigheden, gold alsnog dat er meer capaciteit nodig is op IT- en ICT-gebied om te kunnen voldoen aan de beoogde integratie van digitalisering in de publieke en private sector.
In november 2021 zijn de werkprogramma’s van Digitale Europe gepubliceerd, met een budget van bijna 2 miljard euro. De Commissie organiseerde verscheidene informatiedagen en de presentaties die zijn gegeven staan online. Met de publicatie van de werkprogramma’s wordt invulling gegeven aan het derde Digital Europe financieringsprogramma, waarvoor een bedrag van 7,6 miljard euro is gereserveerd. Nieuw in het programma is verhoogde aandacht voor vaardigheden als horizontale actie, naast dat het een eigen pijler heeft gekregen. Daarnaast gaat met een kleine 330 miljoen euro veel aandacht naar de uitrol van de European Digital Innovation Hubs. Het programma kent vijf sleutelgebieden: kunstmatige intelligentie, digitale vaardigheden, supercomputers, cybersecurity en bredere toepassing van digitale technologieën met behulp van Digital Innovation Hubs. Het programma vormt onderdeel van het voorstel voor de meerjarenbegroting voor 2021-2027 en de uitrol is daarmee nog niet gegarandeerd. Wel was Digital Europe het eerste programma waarover een akkoord werd bereikt door onderhandelaars van het Parlement, de Raad en de Commissie. Digital Europe is complementair aan Horizon Europe.
Data delen en GDPR
Naast investeringen is één digitale randvoorwaarde cruciaal voor onderzoekers: het delen van data. Binnen de EU valt het delen van data sinds 2018 onder de Algemene Verordening Persoonsgegevens (AVG), ook wel General Data Protection Regulation (GDPR) genoemd. De AVG regelt naast de bescherming van persoonsgegevens ook het delen van data. De AVG is niet ontworpen om onderzoek te hinderen en bevat enkele uitzonderingen voor onderzoeksdoeleinden. Desalniettemin moeten alle onderzoeksinstellingen aan de wettelijke eisen voldoen. Elke vier jaar evalueert de Commissie de AVG, waarvan de eerste uiterlijk in mei 2020 gepubliceerd wordt.
Digital Single Market (2015)
De digitale strategie bouwt voort op de Digital Single Market (DSM) strategie, waarmee de Commissie Juncker de digitale wereld wilde ontsluiten. De DSM-strategie kende drie pijlers, namelijk het wegnemen van barrières, randvoorwaarden voor de veiligheid van digitale netwerken en diensten en het stimuleren van de digitale economie door onder meer digitale vaardigheden. De voortgang van de implementatie wordt onder meer gemeten in de Digital Economy and Society Index (DESI). De DSM-strategie stond ook aan de voet van de European Open Science Cloud (EOSC) en het partnerschap European High-Performance Computing (EuroHPC), beide gefinancierd door Horizon 2020.
Digitaliseringspakket (2018)
Ook de nieuwe Europese datastrategie kent een voorganger, namelijk de European data economy strategy van 2020. Het pakket bevatte een aantal belangrijke plannen voor het kennisveld over het delen van gezondheidsdata, Open Science in de lidstaten, kunstmatige intelligentie en de eerste aanzet tot een gemeenschappelijke Europese dataruimte.
Laatste ontwikkelingen
Blended learning biedt veel kansen in het onderwijs. Door op de juiste manier digitaal en traditioneel onderwijs te combineren, kunnen onderwijsinstellingen hun studenten meer vaardigheden bijbrengen. Dat staat in een rapport van het European Expert Network on Economics of Education (EENEE). Wel moeten instellingen en docenten werken aan enkele randvoorwaarden om de vruchten van blended learning te kunnen plukken.
De Europese Commissie ondertekende het Kaderverdrag van de Raad van Europa inzake kunstmatige intelligentie en mensenrechten, democratie en de rechtstaat. Dit is het eerste juridisch bindende internationale verdrag inzake AI. Het verdrag ligt in lijn met de eerder aangenomen EU AI Act.
De Europese Unie moet meer doen om academische vrijheid te verbeteren, het lerarentekort aan te pakken en digitale technologieën in het onderwijs te verbeteren. Daarnaast moet het Erasmus+-programma uitgebreid worden op thema’s als inclusie, de digitale en groene transities en de Teacher Academies. De Commissie Cultuur en Onderwijs (CULT) van het Europees Parlement geeft in een rapport haar aanbevelingen over de toekomst van het EU-onderwijs-, jeugd- en sportbeleid: CULT vindt dat de EU meer moet doen om de integratie van digitale technologiën in het onderwijs te verbeteren.
Laatste update: 11 oktober 2024
Digitale strategie
Ondertussen is de Commissie bezig met digitale partnerschappen in Azië: zo is er met Singapore een uniek diepgaand handelsverdrag voor vrije datastromen beklonken en heeft ze met Japan een gezamenlijk onderzoeksprogramma voor chips opgezet, waar dataruimten, high performance computing en kunstmatige intelligentie onder vallen.
In maart 2021 publiceerde de Commissie haar digitale kompas, waarin het verschillende ambities opneemt op het gebied van vaardigheden, digitale professionals, digitale rechten, infrastructuren en voor het mkb en de overheid. Hoewel de Commissie maar een beperkt budget heeft, onder andere via het Digital Europe Programma om al deze ambities waar te maken, zet ze in op het stimuleren van meerlandenprojecten, waarin lidstaten kunnen meedingen (mede met financiering van het corona herstelfonds). In het bestuurskader van het digitale kompas is ook een nieuw initiatief gelanceerd van Europese consortia voor digitale infrasturen voor de opzet en uitvoering van de meerlandenprojecten.
Leidend voor het digitale kompas is de overkoepelde digitale strategie van februari 2020. De digitale strategie ‘Shaping Europe’s digital future’ van de Commissie Von der Leyen moet van Europa een digitaal continent maken zonder morele compromissen te sluiten, bijvoorbeeld op het gebied van privacy. De strategie kent twee speerpunten: data en kunstmatige intelligentie. Een nieuwe datastrategie moet het uitwisselen en (her)gebruiken van data vergemakkelijken. Uitganspunt zijn de bergen data die overheden en grote organisaties verzamelen maar niet gebruiken. Volgens de Commissie kan een data space deze data per sector ontsluiten. Op het gebied van AI wil de Commissie enerzijds de Europese onderzoekscapaciteiten versterken en anderzijds het vertrouwen van de burger winnen door strengere handhaving.
Volgens de EIT scoort de EU momenteel onder gemiddeld op haar eigen Digitale Kompas-doelen voor 2030, zowel op het gebied van digitale basisvaardigheden als ook op specialistische vaardigheden.
Het Parlement en de Raad hebben een akkoord bereikt over het Digital Decade 2030 beleidsprogramma. Dit programma versterkt Europa’s digitale positie richting 2030, aan de hand van inclusief en duurzaam digitaal beleid, waarin de burger cenraal staat. Het programma stelt concrete digitale doelstellingen op het gebied van vaardigheden, veilige infrastructuren en voor de digitale transitie van bedrijven en openbare diensten. De Commissie monitort voortgang via de Digital Economy and Society Index (DESI), en brengt jaarlijks een ‘State of the Digital Decade'-verslag uit.
Digitale wetgeving
De Commissie heeft onder ERA Prioriteit 2 een actie opgenomen om een analyse te doen naar de impact van bestaande (Copyright Directive) en nieuwe digitale wetgeving voor de onderzoekssector (waaronder de DSA, en de nieuwe Datawet). De UvA pleitte in 2020 al voor een Europese Digital University Act om onafhankelijk onderzoek en vrije toegang van data en publicaties te beschermen.
De Commissie heeft verschillende grote wetgevingsinitiatieven lopen op het gebied van digitalisering, waarvan een aantal ook relevant zijn voor de onderwijs- en onderzoekssector. Meest in het oog springend zijn de Digital Services Act (DSA) & Digital Markets Act (DMA) en de Data Act.
Onderzoeks- en hogeronderwijsinstellingen gaan op bescheiden schaal last hebben van de Digital Services Act (DSA). Dat blijkt uit twee onderzoeken. De DSA kan ertoe kan leiden dat onderzoeks- en onderwijsorganisaties Europese servers zullen mijden. Indien de DSA namelijk wel toepasbaar is op kennisinstellingen, dan zullen enkele maatregelen in de DSA zo veeleisend zijn dat niet-Europese partijen eieren voor gun geld kiezen, aldus het onderzoek. Het onderzoek beveelt daarom aan om het kennisveld expliciet uit te sluiten van de DSA.
AI
De AI Act is op 1 augustus 2024 in werking getreden. Deze Act moet een regulatiekader zijn voor kunstmatige intelligentie in de EU en bijdragen aan ethische innovatie. In Q2 wenst de Commissie de eerste code of practice klaar te hebben voor ethische en veilige general purpose AI-modellen. Ook is ze bezig met het uitbreiden van de AI-fabrieken: anderhalf jaar lang zullen er calls open staan voor het creëren of hosten van een AI-fabriek en worden er externe experts gezocht om te helpen. Deze fabrieken worden gemanaged vanuit het nieuwe Europese AI Office en moeten de toegang en het gebruik van supercomputers democratiseren, specifiek voor onderzoekers en startups. Het AI Office heeft onder meer als taak de AI Act te implementeren en risico’s te beperken.
AI gaat onderwijzers niet vervangen, maar hun mogelijkheden juist enorm vergroten. Dat staat in de langverwachte ‘Ethical guidelines on the use of artificial intelligence (AI) and data in teaching and learning for Educators’. De Commissie wil met deze richtsnoeren bewustzijn over het gebruik en de mogelijke risico’s van AI en data in het onderwijs vergroten. Bijvoorbeeld door veel voorkomende misvattingen over AI en data te ontkrachten. De richtsnoeren vormen een aanvulling op eerdere inspanningen voor promotie van AI en data in het onderwijs. Een doel uit het Digital Education Action Plan is bijvoorbeeld het bijbrengen van de juiste AI-vaardigheden, voor het gebruik van AI-toepassingen in de praktijk. Daarnaast is de ontwikkeling van een centraal platform voor AI een van de doelen in het werkprogramma van het nieuwe Digital Europe programma.
Digitalisering in onderwijs
Op het gebied van onderwijs zal 2022 in het teken staan van de lancering van de Digital Education Hub en de onderhandelingen over twee Raadsaanbevelingen; Improving the provision of digital skills in education and training over ontwikkeling en waarborging van digitale vaardigheden en de tweede Digital education – enabling factors for success zich richt op beleidshervormingen die nodig zijn om digitaal onderwijs voor iedereen toegankelijk te maken.
De Commissie publiceerde in april 2022 twee Raadsaanbevelingen over digitaal onderwijs en digitale vaardigheden. De eerste Raadsaanbeveling gaat in op de ‘key enabling factors for successful digital education and training’. De tweede Raadsaanbeveling legt de focus op ‘improving the provision of digital skills in education and training’. Ook wil de Commissie een High-Level Group on Digital Education and Skills opzetten. Deze groep zal zich focussen op de beoordeling en certificering van digitale vaardigheden, curriculumontwikkeling en kwaliteitseisen van digitale vaardigheden. In 2024 moet een Digital Skills Certificate erkenning in heel Europa gemakkelijk mogelijk maken.
Digitalisering in de Europese Onderwijsruimte
In de nieuwe Europese Onderwijsruimte, waarvan de Mededeling in september 2020 werd gepresenteerd door de Commissie, wordt aandacht besteed aan digitale vaardigheden. Zowel jongeren als volwassenen zouden toegang moeten hebben tot kwalitatief onderwijs en een basisniveau van digitale geletterdheid moeten kunnen ontwikkelen. Ook kunnen digitale platformen worden ingezet om leermateriaal openlijk toegankelijk te maken en zouden massive open online courses (MOOCs) vaker kunnen worden aangewend. Dit is hard nodig, want meer training in digitale vaardigheden zijn nodig om de 2030-doelen te bereiken, blijkt uit het DESI 2021 rapport.
De Commissie sloot eind 2022 de consultatie voor de Raadsaanbevelingen over digitaal onderwijs en digitale vaardigheden gesloten. Deze raadsaanbevelingen zijn een belangrijk onderdeel in de weg naar de Europese onderwijsruimte. Neth-ER reageerde in samenwerking met OCW via een white paper. Hierin staat dat een coherente aanpak van alle onderwijssectoren op het gebied van de digitale transformatie cruciaal is. Daarnaast is bij samenwerking op het gebied van open-source infrastructuren een groot toegankelijk netwerk van belang. Dit maakt het makkelijker om onderwijsmiddelen te delen en verbetert de onderwijskwaliteit. Met het oog op inclusie en diversiteit is het uitgangspunt voor de overheid is de positie van de leerling: die staat centraal en bepaalt of de inhoud en kwaliteit van het onderwijs goed genoeg is.
Ook verschillende Europese kenniskoepels reageerden op de consultaties. Zo legden de koepels All European Academies (ALLEA) en European Universities Association (EUA) de nadruk op het adequaat opleiden van leerkrachten. Als zij immers onvoldoende digitale vaardigheden bezitten, dan stokt de digitale transitie in het onderwijs. Leraren hebben ondersteuning nodig om technologische innovaties kritisch te kunnen evalueren en toe te passen in hun lessen, stelt ALLEA. In een aparte reactie pleit de EUA voor meer verantwoordelijkheid voor universiteiten om de studenten te begeleiden bij het ontwikkelen in een veranderende digitale samenleving. Ook dat begint bij leerkrachten, aldus de universiteitenkoepel.
Actieplan voor digitaal onderwijs
De Commissie heeft ook een update van het actieplan voor digitaal onderwijs (DEAP, naar de Engelse benaming ‘Digital Education Action Plan’) aangenomen tegelijkertijd met de Mededeling voor de Europese Onderwijsruimte. Deze bouwt voort op het DEAP dat in 2018 werd gepresenteerd. Het DEAP benoemt de acties die de Commissie wil ondernemen om digitalisering in het onderwijs te versterken. Daarbij zet zij in op twee strategische prioriteiten: enerzijds het versterken van een digitaal Europees ecosysteem en het beter inzetten van digitale technologieën in het onderwijs; anderzijds het versterken van digitale competenties onder de Europese bevolking. Daarnaast wordt er een European Digital Education Hub opgericht. Deze moet de ontwikkeling van beleid ondersteunen en helpen bij het monitoren van de implementatie van het DEAP.
De Commissie heeft in 2022 de European Digital Education Hub gelanceerd. De Hub is een online platform waar iedereen die bezig is met digitaal onderwijs, hun dagelijkse ervaringen en innovatieve ideeën kunnen uitwisselen. De Hub moet zodoende een Europese praktijkgemeenschap rondom digitalisering in het onderwijs teweeg brengen. De European Digital Education Hub is een van de plannen die eerder in het Digital Education Action Plan werd omschreven.
Digitalisering in onderzoek
Digital Europe
Het Digital Decade rapport van 2024 legde de loep op de voortgang in digitalisering, EU-wijd en per lidstaat. Via de country reports spoort de Commissie de lidstaten aan om aanpassingen te maken aan hun digitaliseringsstrategieën en onderlinge samenwerking op te voeren om zo snel mogelijk de doelstellingen van het Digitale Kompas te behalen. Hoewel Nederland goede infrastructuur heeft en de bevolking beschikt over digitale basisvaardigheden, gold alsnog dat er meer capaciteit nodig is op IT- en ICT-gebied om te kunnen voldoen aan de beoogde integratie van digitalisering in de publieke en private sector.
In november 2021 zijn de werkprogramma’s van Digitale Europe gepubliceerd, met een budget van bijna 2 miljard euro. De Commissie organiseerde verscheidene informatiedagen en de presentaties die zijn gegeven staan online. Met de publicatie van de werkprogramma’s wordt invulling gegeven aan het derde Digital Europe financieringsprogramma, waarvoor een bedrag van 7,6 miljard euro is gereserveerd. Nieuw in het programma is verhoogde aandacht voor vaardigheden als horizontale actie, naast dat het een eigen pijler heeft gekregen. Daarnaast gaat met een kleine 330 miljoen euro veel aandacht naar de uitrol van de European Digital Innovation Hubs. Het programma kent vijf sleutelgebieden: kunstmatige intelligentie, digitale vaardigheden, supercomputers, cybersecurity en bredere toepassing van digitale technologieën met behulp van Digital Innovation Hubs. Het programma vormt onderdeel van het voorstel voor de meerjarenbegroting voor 2021-2027 en de uitrol is daarmee nog niet gegarandeerd. Wel was Digital Europe het eerste programma waarover een akkoord werd bereikt door onderhandelaars van het Parlement, de Raad en de Commissie. Digital Europe is complementair aan Horizon Europe.
Data delen en GDPR
Naast investeringen is één digitale randvoorwaarde cruciaal voor onderzoekers: het delen van data. Binnen de EU valt het delen van data sinds 2018 onder de Algemene Verordening Persoonsgegevens (AVG), ook wel General Data Protection Regulation (GDPR) genoemd. De AVG regelt naast de bescherming van persoonsgegevens ook het delen van data. De AVG is niet ontworpen om onderzoek te hinderen en bevat enkele uitzonderingen voor onderzoeksdoeleinden. Desalniettemin moeten alle onderzoeksinstellingen aan de wettelijke eisen voldoen. Elke vier jaar evalueert de Commissie de AVG, waarvan de eerste uiterlijk in mei 2020 gepubliceerd wordt.
Digital Single Market (2015)
De digitale strategie bouwt voort op de Digital Single Market (DSM) strategie, waarmee de Commissie Juncker de digitale wereld wilde ontsluiten. De DSM-strategie kende drie pijlers, namelijk het wegnemen van barrières, randvoorwaarden voor de veiligheid van digitale netwerken en diensten en het stimuleren van de digitale economie door onder meer digitale vaardigheden. De voortgang van de implementatie wordt onder meer gemeten in de Digital Economy and Society Index (DESI). De DSM-strategie stond ook aan de voet van de European Open Science Cloud (EOSC) en het partnerschap European High-Performance Computing (EuroHPC), beide gefinancierd door Horizon 2020.
Digitaliseringspakket (2018)
Ook de nieuwe Europese datastrategie kent een voorganger, namelijk de European data economy strategy van 2020. Het pakket bevatte een aantal belangrijke plannen voor het kennisveld over het delen van gezondheidsdata, Open Science in de lidstaten, kunstmatige intelligentie en de eerste aanzet tot een gemeenschappelijke Europese dataruimte.