Het Programme for International Student Assessment van de OESO publiceert een rapport met aanbevelingen om meer gelijkheid in het onderwijs te creëren in de nasleep van de Covid-19 pandemie. Het rapport wijst op belangrijke aspecten die kunnen bijdragen aan het gelijker maken van het onderwijsspeelveld voor alle studenten. Nederland scoort volgens de OESO gemiddeld op zowel leesvaardigheid als op de invloed van sociaaleconomische status op de leesvaarheid. 


OESO presenteert aanbevelingen voor gelijker onderwijs na Covid-19 pandemie

Aanbevelingen voor gelijker onderwijs

Het Programme for International Student Assessment (PISA) van de OESO wijst in het rapport ‘What can we do to ensure a level playing field for al students’ op suggesties om in de nasleep van de Covid-19 pandemie meer gelijkheid in het onderwijs te creëren. Om de verwachte toenemende ongelijkheid die is ontstaan tijdens de pandemie te minimaliseren, voorziet het rapport onderwijsbeleidsmakers, bestuurders en docenten van een aantal aanbevelingen. Allereerst adviseert de rapport hen af te zien van het vroegtijdig selecteren en indelen van studenten in diverse onderwijstrajecten of leerniveaus. In landen met sterk gelaagde onderwijssystemen bestaat het risico dat kinderen die tegen problemen aanlopen te snel worden overgeplaatst naar lagere onderwijsniveaus. Om scholen verder te ondersteunen, benadrukt het rapport het belang van voldoende middelen voor onderwijsinstellingen, ongeacht de sociaaleconomische achtergrond van hun studenten. Daarnaast zouden scholen meer autonomie moeten krijgen over de leerprocessen van hun studenten en dient er meer regelgeving te komen om te voorkomen dat bepaalde scholen achterop raken. Tenslotte benadrukt het rapport het belang van goed onderwijs vanaf de kleuterklas voor alle kinderen. Al op jonge leeftijd zouden kinderen met verschillende sociaaleconomische achtergronden kleuteronderwijs moeten worden aangeboden dat van goede kwaliteit is.

Nederland in de middenmoot

Het rapport toont aan dat Nederland gemiddeld scoort op leesvaardigheid. De OESO heeft daarnaast onderzocht in hoeverre de sociaaleconomische status van kinderen van invloed is op hun leesniveau. Nederland scoort hier lager dan gemiddeld, wat betekent dat de sociaaleconomische status van kinderen minder dan gemiddeld hun uiteindelijke leesvaardigheid bepaalt. Echter is het verschil ten opzichte van de gemiddelde voorspelwaarde niet significant. Nederland scoort op dit gebied dus eveneens gemiddeld. Studenten uit schoolsystemen in Australië, Canada, Denemarken, Estland, Finland, Hong Kong (China), Japan, Korea, Macau (China), Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk scoorden hoog op het gebied van leesvaardigheid. Het rapport laat zien dat de sociaaleconomische status van studenten in deze landen minder bepalend is voor hun uiteindelijke leerprestaties.

Context

Het Programme for International Student Assessment (PISA) maakt onderdeel uit van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). In 2018 bracht de OESO naar buiten dat het opleidingsniveau van ouders sterk bepalend is voor de onderwijsloopbaan van kinderen. Ook in Nederland bleek hier sprake van te zijn. De organisatie Eurydice, opgericht door de Commissie om informatie over het Europese onderwijs te vergaren, toonde aan dat Nederland sprake is van een bovengemiddelde aanwezigheid van kansenongelijkheid in het voortgezet onderwijs. Zo gaven zij aan dat de vroegtijdige selectie van Nederlandse studenten in diverse onderwijsniveaus resulteerde in academische segregatie.